De machine moet in de werkstand worden gezet voordat u begint te werken. Trek eerst de
vergrendelpen (Fig. 11) in de richting van de pijl zoals op Fig. 11 getoond wordt en kantel het
wiel naar boven totdat de vergrendelpen vastklikt in positie B. Voer deze handeling in
omgekeerde volgorde en richting uit om de machine in de transportstand te zetten.
Zorg ervoor dat er altijd een veilige afstand wordt aangehouden tussen de machine en de
gebruiker (wordt mogelijk gemaakt door de lange handgrepen). Wees zeer voorzichtig
wanneer u van richting verandert op hellingen en heuvels. Bewaar een stabiele voetpositie en
draag stevig antislipschoeisel en een lange broek. Werkt altijd dwars op de helling (en niet op
en neer).
9.4
Tips (Fig.12)
▪
Breng de machine naar de werkplek vóór u de motor start.
▪
Hou het toestel stevig vast terwijl u het aanzet.
▪
De freesmessen trekken de tuinfrees tijdens het werken voorwaarts; duw op de
draaghandgreep om de freesmessen langzaam te laten zakken.
▪
Door de tuinfrees achterwaarts naar u toe te trekken, zullen de freesmessen dieper en
harder gaan frezen.
▪
Voor het breken van zoden of voor het dieper frezen: laat de freesmessen de tuinfrees
voorwaarts trekken tot op armlengte en trek de tuinfrees dan krachtig naar u terug. Door
de tuinfrees naar voor te laten bewegen en dan terug naar u toe te trekken zal de tuinfrees
het doeltreffendst werken.
▪
Wanneer de tuinfrees zo diep heeft gegraven dat ze blijft staan, kantel ze dan zachtjes
heen en weer om ervoor te zorgen dat ze vanzelf weer vooruit beweegt.
▪
Voor het voorbereiden van zaagbedden raden we een van de freespatronen aan:
▪
Freespatroon A – Ga twee keer over het werkgebied, de tweede keer onder een rechte
hoek t.o.v. de eerste keer.
▪
Freespatroon B – Ga twee keer over het werkgebied, de tweede keer overlappend met de
eerste keer.
▪
Wees voorzichtig dat u niet uitglijdt wanneer u achteruit beweegt of aan de tuinfrees trekt.
▪
Laat de freesmessen altijd op hun maximale snelheid draaien; werk niet op een manier die
tot overbelasting van het toestel leidt.
▪
Rij met de tuinfrees nooit over het verlengsnoer; zorg ervoor dat het snoer altijd op een
veilige plaats achter u ligt.
▪
Wanneer u op een helling werkt, ga dan altijd diagonaal en in een stabiele en veilige
houding staan t.o.v. de helling. Werk niet op zeer steile hellingen.
10 TRANSPORT
Waarschuwing! Zet de motor uit vóór u het toestel verplaatst.
De freesmessen en het toestel kunnen beschadigd raken zelfs wanneer u het toestel met een
uitgeschakelde motor verplaatst over bv. een harde ondergrond. Voorkom dat de freesmessen
de grond raken door de tuinfrees aan zijn handgreep op te tillen.
10.1
De freesmessen vrij maken van vreemde voorwerpen.
Tijdens het werken kunnen stenen of wortels tussen de freesmessen klem komen te zitten of
lang gras of gewassen kunnen rond de assen van de freesmessen vastgedraaid komen te
zitten.
Om de freesmesenproper te maken laat u de trekkerhendel los. Haal de stekker uit het
stopcontact en verwijder of maak alle vreemde voorwerpen los, zowel van de freesmessen als
van de as van de freesmessen.
Om lang gras of gewassen die rond de as van de freesmessen gedraaid zitten gemakkelijker
los te kunnen maken kunt een of meerdere freesmessen van de as verwijderen. Zie hiervoor
het deel van de handleiding over het "Verwijderen en monteren van de freesmessen".
Copyright © 2021 VARO
POWXG72010
P a g i n a
| 9
NL
www.varo.com