Figuur 3: Display-indicatoren
Inbedrijfstelling
Aansluiten van het apparaat
Wanneer u het apparaat aansluit, wordt de gereedheid voor gebruik visueel (lampjes
gaan aan, bovenste luchtuitlaatklep gaat open) en akoestisch (beltonen) gesignaleerd.
Let op: Sluit het apparaat niet met natte handen aan en haal de stekker er niet uit.
Aan/uit
De aan/uit-schakelaar wordt gebruikt om het toestel "aan" en "uit" te zetten.
Het toestel staat standaard ingesteld op de automatische modus.
Modus
1.
Handmatige modus
Stel de ventilatorsnelheid handmatig in. Er zijn 4 luchtsnelheidsniveaus, en het
fotokatalysatorfilter wordt geactiveerd wanneer het hoogste windsnelheidsniveau
wordt geactiveerd.
2. Automatische modus
Het apparaat past automatisch de ventilatorsnelheid aan van de laagste naar de
hoogste stand, afhankelijk van de kwaliteit van de lucht.
3. Intensieve modus
In de intensieve modus filtert het apparaat het grootst mogelijke luchtvolume. Het
fotokatalysatorfilter wordt geactiveerd. Het dient aanbeveling om deze modus
maximaal 10 minuten te gebruiken om de motor te beschermen.
7