Inhoudsopgave
Advertenties
Laat de zaagkop naar beneden d.m.v. indrukken van het veiligheidsslot (6) en activeer de
vergrendelpin (22).
Plaats de verstekgeleider (4) over de zaagbladbeschermer en maak vast.
Til de machine op door het aan beide kanten van de basis vast te houden (12).
OPMERKING:
In dit gedeelte worden de essentiële bedieningselementen van de machine voorgesteld.
Lees dit deel vooraleer u de zaag voor het eerst gebruikt.
9.2.1
Bedieningsmodus als tafelzaag (Fig. 2,5,6,12)
Zorg ervoor dat de tafel volledig in de juiste richting is gemonteerd (Fig. 2) -zie 7.1
Transport hierboven - en dat de vergrendelpin (22) goed is vergrendeld.
Verwijder de verstek-en breedtegeleider (4).
Om het toestel te starten en stoppen, gebruikt u de AAN-/UIT-schakelaar (7).
9.2.2
Bedieningsmodus als afkort- en verstekzaag (Fig. 6)
Zorg ervoor dat de verstek- en breedtegeleider (4) juist is geïnstalleerd en het zaagblad
bedekt. Dit activeert schakelaar A (8). Zorg ervoor dat het deksel (verstek- en
breedtegeleider) stevig is vastgemaakt. Indien dit niet het geval is, gebruikt u de verstek-
en breedtegeleidervergrendelknop (5) om vast te maken.
Verwijder de onderste zaagbladbeschermer (14).
Om de motor in te schakelen, drukt u op de schakelaar (20) op het handvat.
Om de motor uit te schakelen, laat u de schakelaar (20) los.
9.2.3
Draaitafel (Fig. 7-9)
De draaitafel (11) draait 50° naar links en 60° naar rechts en kan worden vastgezet in preset
stops bij 0°, 15°, 22.5°, 30°, 45° en 60° .
Om de verstektafel te draaien, moet de vergrendelknop (9) worden gelost.
Om te voorkomen dat de verstekhoek tijden het zagen verandert, moet de
vergrendelknop van de verstekzaag worden aangespannen (ook wanneer de
zaag is vastgezet in een preset stop).
9.2.4
Afstelling van de afschuinhelling (Fig. 10-11)
De spoorarmhouder kan verticaal in een hoek van 45° naar links worden gekanteld.
Om de spoorarmhouder te kantelen moet de afschuinvergrendeling (16) worden gelost.
Om te voorkomen dat de afschuinhoek tijdens het zagen verandert, moet de
vergrendelknop van de spoorarm worden aangespannen.
9.2.5
Verstek- en breedtegeleider (Fig. 12-13)
De verstek- en breedtegeleider (4) wordt op de bovenste zaagtafel (1) gemonteerd. De
verstek- en breedtegeleidervergrendelknop (5) moet naar de voorkant van de machine zijn
gericht.
De verstek- en breedtegeleider wordt over de zaagbladbeschermer geplaatst (3). Wanneer de
verstek- en breedtegeleider wordt geplaatst dient u er steeds voor te zorgen dat de geleider
a.h.v. de vergrendelknop wordt vastgemaakt.
Eens de vergrendelknop is gelost, kan de verstek- en breedtegeleider (4) worden verwijderd
en wordt de schakelaar (20) geactiveerd.
Copyright © 2015 VARO
POWX0782
P a g e
| 10
NL
www.varo.com
Advertenties
Inhoudsopgave
