Bedieningshandleiding
Functietests
Niet bedienen tenzij:
U de principes voor een veilige bediening van
de machine, zoals beschreven in deze
bedieningshandleiding, hebt bestudeerd en
geoefend.
1 Vermijd gevaarlijke situaties.
2 Voer altijd de inspectie voor het gebruik uit.
3 Voer altijd de functietests uit vóór het
gebruik.
Zorg dat u de functietests kent en begrijpt
voor u verder gaat met de volgende sectie.
4 Inspecteer de werkplek.
5 Gebruik de machine alleen zoals is bedoeld.
Onderstaande symbolen verschijnen in de tekst
van deze bedieningshandleiding als hulp bij het
identificeren van de bedieningsinstructies.
Gebruik de symbolen op deze pagina en pagina 11
om te bepalen welke controller zich op uw machine
bevindt en gebruik de symbolen in de tekst om te
bepalen welke handeling u met de controller dient
uit te voeren.
Als er geen symbool voor uw controller is
opgenomen, dan is er geen handeling nodig.
Twee functie-keuzeknoppen en
noodstopknop in de linker bovenhoek
Eén functie-keuzeknop en noodstopknop
in de linker bovenhoek
Controller met noodstopknop in rechter
benedenhoek
16
Genie GS-2032 & GS-2632 & GS-2046 & GS-2646 & GS-3246 Onderdeelnr. 46281DU
Eerste druk • Dertiende oplage
Grondbeginselen
De functietests dienen om te onderzoeken of er
storingen aanwezig zijn voordat de machine in
bedrijf wordt genomen. Om alle machinefuncties te
testen, dient de bediener de stapsgewijze
instructies te volgen.
Een niet goed werkende machine mag nooit
worden gebruikt. Als er een storing wordt ontdekt,
dan moet de machine worden voorzien van een
label en uit bedrijf worden genomen. Reparaties
aan de machine mogen alleen door een
gekwalificeerde servicemonteur worden uitgevoerd
volgens de fabrieksspecificaties.
Nadat de reparaties zijn uitgevoerd, moet de
bediener opnieuw de inspectie voor het gebruik en
de functietests uitvoeren voordat de machine in
bedrijf wordt genomen.