Advertenties
Quick Links
Cosmo 60 GREEN
Gebruiksaanwijzing
COSMO 60 GREEN
Gebruiksaanwijzing
VEILIGHEIDSINSTRUCTIE
Volg de instructies in de handleiding op.
Gebruik het instrument niet in een explosieve omgeving (tankstation,
gasapparatuur, chemische productie enzovoort). Verwijder geen waarschu-
wingslabels of veiligheidsinstructies. Open de behuizing van het instrument
niet, wijzig de constructie niet en breng geen wijzigingen aan. Kijk niet in de
laserstraal. Laserstraal kan leiden tot oogletsel (zelfs vanaf grotere afstan-
den). Richt de laserstraal niet op personen of dieren.
Toetsenbord
1) AAN / Meten / Continue meting
2) Oppervlakte / Volume / Pythagoras-meting
3) Referentie
4) Wissen / UIT
5) Optellen / Aftrekken / Eenheden
Display
1. Laser AAN
2. Referentie (voor/achter/eindstuk)
3. Oppervlakte / volume / Pythagoras
4. Hoofdlijn
5. Lijn 2
6. Lijn 1
7. Eenheden
8. Hellingshoek
9. Batterijniveau
10. Fout
Batterijen plaatsen / vervangen
Draai het eindstuk op 180º. Verwijder het batterijklepje en plaats de batterij
op de juiste manier. Let op de juiste polariteit. Sluit het batterijvak. Vervang
de batterij als het symbool constant knippert op het display.
Verwijde de batterijen als het instrument langer niet gebruikt wordt.
In- en uitschakelen
Druk op toets (1) om het instrument en de laser in te schakelen. Houd de
toets ongeveer 2 seconden ingedrukt om continu meten te starten. Om
het instrument uit te schakelen houdt u toets (4) ongeveer 2 sec. ingedrukt.
Referentie-instelling
Standaard referentie-instelling is vanaf de achterkant van het apparaat. Druk
op knop (3) om de referentie in te stellen: de voorkant, de achterkant, het
achterste eindstuk. (uitklapbaar)
Het referentiesymbool verschijnt op het display.
Eenheden selecteren
Houd de knop (5) 2 sec. ingedrukt tot de gewenste eenheid wordt weerge-
geven. (6 Modi)
Wissen-toets
Annuleer de laatste actie. Druk op knop (4).
Enkelvoudige afstandsmeting
Druk op knop (1) om de laser te activeren. Druk in de continue lasermodus
op deze knop om de afstandsmeting direct te starten. Het instrument geeft
een akoestisch signaal. Het resultaat wordt onmiddellijk weergegeven.
Continumeting
Houd de knop (1) ongeveer 2 seconden ingedrukt om continu meten te
starten.
Minimum/ Maximum meting
Met deze functie kan de gebruiker de minimale of maximale afstand vanaf
een vast meetpunt meten. Deze functie wordt vaak gebruikt om kamerdia-
gonalen (maximumwaarden) of horizontale afstanden (minimumwaarden)
te meten. Houd de knop (1) ingedrukt totdat je een akoestisch signaal
hoort. Beweeg de laser dan langzaam heen en weer en op en neer over
het gewenste richtpunt (bijv. in de hoek van een kamer). Druk op (1) om de
continue meting te stoppen. De waarden voor de maximale en minimale
afstand worden weergegeven op het display, evenals de laatst gemeten
waarde op de hoofdregel.
Optellen/Samenstellen
Druk op knop (5): de volgende meting wordt toegevoegd aan de vorige.
Druk op knop (5): de volgende meting wordt afgetrokken van de vorige.
Druk op knop (1) om deze functie te voltooien. Herhaal deze functie om
afstanden te meten. Het resultaat wordt weergegeven op het hoofd-
scherm. De vorige gemeten waarde wordt weergegeven op de eerste
regel, de laatst gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel.
Om het werken in deze modus te beëindigen druk je op knop (4).
Oppervlaktemeting
Druk eenmaal op knop (2). Het symbool " oppervlakte" wordt weerge-
geven. Druk op knop (1) om de eerste meting uit te voeren (bijvoorbeeld
lengte). De gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel.
Druk op knop (1) om de tweede meting uit te voeren (bijvoorbeeld breed-
te). De gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel. Eerste
meting (bijvoorbeeld lengte) wordt weergegeven op de eerste regel. Het
resultaat van de gemeten oppervlakte wordt weergegeven in het hoofddis-
playgebied.
Optellen / Aftrekken van oppervlakten
Voer de eerste oppervlaktemeting uit. Druk op knop (5) om naar de Optel-
modus te gaan of druk nogmaals op knop (5) om naar de
Aftrekmodus te gaan. De oppervlaktewaarde wordt weergegeven op
de tweede regel. Druk op knop (1) om de eerste meting uit te voeren
(bijvoorbeeld lengte). Druk op knop (1) om de tweede meting uit te voeren
(bijvoorbeeld breedte). Na het voltooien van de oppervlakte, druk op
knop (1), het resultaat van het optellen/aftrekken van oppervlakten wordt
weergegeven in het hoofddisplaygedeelte. Als de metingen nog niet klaar
zijn, druk dan op knop (5) (optellen) of (5) (aftrekken) om door te gaan met
de berekeningen.
Volume
Druk voor volumemetingen tweemaal op knop (2) totdat de indicator voor
volumemetingen op het scherm verschijnt.
Druk op knop (1) om de eerste meting uit te voeren (bijvoorbeeld lengte).
De gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel.
Druk op knop (1) om de tweede meting uit te voeren (bijvoorbeeld breed-
te). De gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel. Gebied
waarde wordt weergegeven op de eerste regel.
Druk op knop (1) om de derde meting uit te voeren (bijvoorbeeld hoogte).
De gemeten waarde wordt weergegeven op de tweede regel.
De volumewaarde wordt weergegeven in het hoofddisplaygebied en de
vorige oppervlaktewaarde wordt weergegeven in de eerste regel.
Indirecte meting
Pythagorese meting wordt gebruikt als het te meten object bedekt is of
geen effectief reflecterend oppervlak heeft en niet direct gemeten kan wor-
den. Zorg ervoor dat u zich aan de voorgeschreven meetvolgorde houdt:
Alle richtpunten moeten in een horizontaal of verticaal vlak liggen.
De beste resultaten worden verkregen als het instrument om een vast
punt wordt gedraaid (bijv. met de positioneerbeugel volledig uitgeklapt en
het instrument op een muur geplaatst of het instrument op een statief is
gemonteerd. De minimum / maximum functie kan worden gebruikt. De
minimumwaarde moet worden gebruikt voor metingen loodrecht op het
doel; de maximale afstand voor alle andere metingen.
De beste resultaten worden bereikt als het instrument om een vast punt
wordt gedraaid (bijv. met de positioneerbeugel volledig uitgeklapt en
het instrument op een muur geplaatst of het instrument op een statief is
gemonteerd. Continue metingen kunnen worden gebruikt. Deze functie
wordt gebruikt voor minimum/maximum metingen. De minimumwaarde
moet worden gebruikt voor metingen loodrecht op het doel; de maximum-
afstand voor alle andere metingen. Zorg ervoor dat de eerste
meting en de afstand in een rechte hoek worden gemeten. Gebruik de
continue meetfunctie.
Indirecte meting - een afstand bepalen met behulp van 2 hulpmetingen
Deze functie wordt gebruikt wanneer hoogte en afstand niet rechtstreeks
kunnen worden gemeten. Druk 3 keer op knop (2). Het symbool "drie-
hoek" wordt weergegeven. De te meten afstand knippert in het symbool
driehoek. Druk op knop (1) om de afstand te meten (hypothenusa van de
driehoek). Het resultaat wordt weergegeven op de tweede regel. Deze
meting kan worden uitgevoerd in de indirecte meetfunctie. Houd knop (1)
2 seconden ingedrukt. Na de tweede keer drukken op knop (1) wordt de
maximumwaarde vastgesteld. De tweede te meten afstand knippert in de
symbolische driehoek. Druk op knop (1) om de afstand te meten. Er is een
rechte hoek tussen de laserstraal en de te meten lengte.
Advertenties
Samenvatting van Inhoud voor ADA INSTRUMENTS Cosmo 60 GREEN
- Pagina 1 Cosmo 60 GREEN Gebruiksaanwijzing COSMO 60 GREEN Gebruiksaanwijzing VEILIGHEIDSINSTRUCTIE Optellen/Samenstellen Druk op knop (5): de volgende meting wordt toegevoegd aan de vorige. Volg de instructies in de handleiding op. Druk op knop (5): de volgende meting wordt afgetrokken van de vorige.
- Pagina 2 TECHNISCHE GEGEVENS Daarom moet je in continumodus werken. Druk op en houd knop (1) 2 sec. in- gedrukt. Na de tweede keer drukken op knop (1) wordt de maximale afstand Bereik, zonder target, m 0,05 tot 60 vastgesteld. Het resultaat van de meting wordt weergegeven op de tweede Nauwkeurigheid, mm ±1,5* regel.