▪
Geef minder gas tijdens het uitschakelen van de motor en, indien de motor is uitgerust
met een benzineklep, zet deze dan dicht aan het einde van het maaiwerk.
▪
Ga langzaam vooruit wanneer u een volgstoel gebruikt.
▪
Onthoud dat de gebruiker geen enkele van de verzegelde instellingen voor het
motortoerental mag aanpassen of omzeilen.
▪
Controleer de machine regelmatig en verzeker u er vóór elk gebruik van dat alle
startvergrendelingen en drukknoppen correct werken.
▪
Gebruik de grasmaaier niet wanneer u vermoeid bent of onder invloed verkeert van drugs,
alcohol of medicatie.
▪
Gebruik de grasmaaier niet in slecht weer, zeker niet wanneer er bliksemgevaar is.
5.4
Onderhoud en opslag
▪
Hou alle moeren, bouten en schroeven stevig vast aangedraaid om er zeker van te zijn
dat het toestel in een toestand verkeert die veilig is om mee te werken.
▪
Bewaar het toestel nooit met benzine in de tank binnen een gebouw waar de dampen in
contact zouden kunnen komen met open vuur of een vonk.
▪
Laat de motor afkoelen voor u hem in een afgesloten ruimte opbergt.
▪
Hou de motor, de geluidsdemper, het batterijvak en de benzinetank vrij van gras, bladeren
of overmatig vet. Dit verkleint het brandgevaar.
▪
Controleer regelmatig de grasopvangbak op sporen van slijtage of aantasting.
▪
Vervang voor alle veiligheid de versleten of beschadigde onderdelen.
▪
Wanneer de benzinetank moet leeggemaakt worden, dan moet dit buiten gebeuren.
▪
Verkeerd onderhoud, het gebruik van niet-conforme vervangonderdelen of het verwijderen
of aanpassen van veiligheidsonderdelen kan de grasmaaier beschadigen en de
gebruikers ervan ernstig verwonden.
▪
Gebruik enkel aanbevolen vervangmessen en onderdelen van de fabrikant. Het gebruik
van niet-originele onderdelen kan de machine beschadigen en de gebruikers ervan
verwonden. Hou de grasmaaier in een goede bedrijfstoestand.
▪
Wanneer de messenrem niet werkt, neem dan contact op met een servicecenter.
Waarschuwing: raak het draaiend mes niet aan!
Waarschuwing: vul enkel benzine bij in een goed geventileerde omgeving
en met een uitgeschakelde motor.
6
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
▪
Gebruik de grasmaaier uitsluitend wanneer de grasopvangzak aanwezig is of wanneer de
afbuigplaat gemonteerd zit.
▪
Schakel de motor uit vóór u de grasopvangzak ledigt of de maaihoogte instelt.
▪
Wanneer de motor draait, hou dan uw handen en voeten weg uit de gebied onder de
grasmaaier of onder de grasuitworp.
▪
Verwijder alle vreemde voorwerpen van het grasveld vóór u begint te maaien. Deze
voorwerpen zouden door de grasmaaier weggeslingerd kunnen worden.
▪
Hou kinderen, andere personen en huisdieren op een veilige afstand wanneer u met de
grasmaaier werkt.
▪
Kantel de grasmaaier nooit terwijl u hem start.
Copyright © 2021 VARO
POWXG60250
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com