Oplossen van eventuele problemen
Instellen VAn de
stAArtHOOGte.
Stel de gewenste hoogte in door
middel van de stelklem en zet de
moer hiervan vervolgens goed
vast. Draai dan de klemmoer van
de stuurstang los en stel de hoogte
zorgvuldig in. Draai tenslotte de
klemmoer weer vast. (fig.10)
Motor draait niet of heeft
onvoldoende vermogen.
- Controleer of de accukabels
juist zijn aangesloten.
- Controleer of de accupolen schoon
en vrij van corrosie zijn.
- Zorg ervoor, dat de accu volledig is
opgeladen. Als de accu leeg is,
laad deze dan op.
- Controleer of er geen vislijn of andere
vervuiling klem zit bij of aan de propeller.
Indien dit het geval is, demonteer dan de
propeller en maak deze goed schoon.
Verzeker u er van, dat de
accu niet aan de motor is
aangesloten.
WAARSCHUWING
Motor stuurt zwaar.
Controleer of de klem moer van de
motor as niet te strak zit. Reinig de motor
10
as en smeer de klemmoeren en alle
scharnierpunten. Verzeker u er van, dat
het vaarwater diep genoeg is en dat er zich
geen obstakels in het water bevinden.
Motor trillingen.
Controleer of de propeller juist is
gemonteerd. Inspecteer de propeller en de
breekpen op een goede passing en vervang
deze indien nodig. Maak de accukabels
los en controleer of de motor as met de
hand kan worden rondgedraaid. Hierbij
mag uitsluitend een lichte magnetische
weerstand worden gevoeld. Als de as vast
zit/blokkeert kan er een motorschade zijn
ontstaan. In dit geval kunt u de motor
niet meer gebruiken en adviseren wij u
om met uw dealer contact op te nemen.
Voor alle andere niet hierboven genoemde
mankementen dient u met uw dealer
contact op te nemen.
figuur 10