Voice Pilot
Voice Pilot
A
Met de dienst Voice Pilot kunnen geselecteerd
B
functies in het Porsche Communication
C
Management (PCM) via spraak worden bediend.
De dienst Voice Pilot is niet in alle talen en voor alle
D
markten beschikbaar.
E
De spraakuitvoer kan worden onderbroken om nog
meer spraakcommando's uit te spreken. Spraakon-
F
derbreking in het PCM activeren/deactiveren:
G
e SET
e Systeeminstellingen e
H
Spraakbediening e Spraakbediening
I
onderbreken kiezen.
J
Spraakbediening oproepen
K
Beperkte
L
WAARSCHUWING
spraakherkenning
M
De stem kan in stresssituaties veranderen. Dit kan
N
ertoe leiden dat de gewenste telefoonverbinding
onder omstandigheden niet of niet snel genoeg tot
O
stand komt.
P
e Gebruik in noodgevallen geen spraakbediening.
e Voer het alarmnummer in via het touchdisplay.
Q
R
S
T
U
V
W
X
Afb. 14: Spraakbedieningstoets op het stuurwiel
Y
Z
26
Spraakbediening activeren
b b Contact is ingeschakeld.
b b Er wordt geen telefoongesprek gevoerd.
b b De parkeerhulp is niet actief.
1. Toets
op het stuurwiel kort indrukken.
Er klinkt een stijgend signaal en het pictogram
voor de spraakbediening verschijnt in het
PCM.
2. Spreek het spraakcommando uit.
Spraakbediening deactiveren
b b Spraakbediening is actief.
e Toets
op het stuurwiel indrukken.
Er klinkt een geluidssignaal met een dalende
toonhoogte.
Informatie
Het gesprek kan door het tikken op het microfoon-
pictogram
worden onderbroken en door opnieuw
tikken worden hervat.
Verdere functies van de
spraakbedieningstoets
Met de toets
op de hendel kunnen afhankelijk
van de toepassing verschillende functies worden
opgeroepen:
– Slaat door kort indrukken een lopende melding
over.
– Breekt door kort indrukken een lopende dialoog
af.
– Activeert door langer indrukken de spraakher-
kenning Siri.
Informatie
– Navigatiemeldingen en verkeersberichten wor-
den tijdens een dialoog niet doorgegeven.
– Bij een actieve spraakbediening kunnen lijstver-
meldingen via de spraakbediening, via de draai-
drukknop of via het touchdisplay worden
geselecteerd.
– Als het spraakcommando niet wordt begrepen,
reageert de spraakbediening met de vraag Wat
zegt u? Het spraakcommando kan dan opnieuw
worden uitgesproken.
Instructies voor de communicatie met de
spraakbediening
Let bij de spraakbediening op de volgende punten:
– Spreek helder, duidelijk en met een normaal
volume.
– Spreek spraakcommando's gelijkmatig en zonder
lange pauzes uit.
– Spreek niet wanneer de spraakbediening een
melding geeft.
– Beperk storende geluiden als gevolg van het
sluiten van portieren, ruiten en het schuifdak zo
veel mogelijk.
– Alleen de bestuurder dient spraakcommando's
uit te spreken, aangezien de microfoon naar de
kant van de bestuurder is gericht.