40 - De camera en camcorder gebruiken
Instellingen
Instelling
Resolution &
quality
(Resolutie en
kwaliteit)
Save location
(Opslaglocatie)
Geavanceerd
Beschrijving
Camera
• Foto met de camera aan de achterkant: (4:3) 1,9
megapixels, (4:3) 3,1 megapixels, (4:3) 1,9
megapixels, (16:9) 3,7 megapixels, (16:9) 1,4
megapixels, (16:9) 0,9 megapixels
• Foto met de camera aan de voorkant: (4:3) 1,9
megapixels, (4:3) 1,2 megapixels, (4:3) 0,8
megapixels, (16:9) 1,4 megapixels, (16:9) 0,9
megapixels
Video
• Video met de camera aan de achterkant: HD
1080p, HD 720p, of SD 480p
• Video met de camera aan de voorkant: HD 720p,
SD 480p of CIF
Lens Blur (Vervaging)
• Image quality (Beeldkwaliteit): wijzig de kwaliteit
(en de resulterende sluitersnelheid) van uw beeld
wanneer u een foto in de modus "Lens blur"
(Vervaging) neemt. Maak een keuze uit Normal
(Normaal) en Low (fastest) (Laag (snelst)).
Tik om de snelle-instellingenknop voor de
opslaglocatie in of uit te schakelen.
Opmerking: Zorg ervoor dat locatieservices ook
zijn ingeschakeld naast deze knop
(Locatie) op pagina
over locatieservices,
pagina
47.
Manual exposure (Handmatige belichting): tik om
de snelle-instellingenknop voor de belichting in of uit
te schakelen (alleen in cameramodus). Hierdoor
kunt u het beeld onder- of overbelichten.
(Zie Location
16). Voor meer informatie
Zie Locatieservices op