9.1. Kabelingang
De kabelingang op de I/P 4000 omvormer is ½" NPT (volgens ANSI ASME B 1.20.1).
Bij de aansluiting van de draden op de met + en - aangeduide aansluitklemmen van het instrument moet voldaan
worden aan de volgende vereisten:
•
Overeenstemming met de polariteiten en de maximale toegestane spanning
•
Maximaal vermogensverlies: 2W
•
Ingangssignaal 4-20mA
Voor de aansluitingen kunnen verschillende variaties worden gebruikt, rekening houdend met de goedgekeurde
fabrikant en de vereiste goedkeuringen:
•
Een kabelingang van een gecertificeerd type Ex d IIC / Ex tb IIIC kan rechtstreeks op de enkele ½" NPT-
aansluiting (ANSI/ASME B1.20.1) worden gemonteerd.
•
De kabelingang moet geschikt zijn voor de bedrijfszone van de apparatuur (IP 6X voor zones 20, 21 en
22)
•
Als een adapter of verloopstuk noodzakelijk is, is het gebruik van componenten van het type Cooper
CAPRI CODEC toegestaan.
•
De kabelingang met of zonder adapter/verloopstuk moet worden geïnstalleerd conform de onderstaande
afbeelding:
Aard het toestel met de aardaansluitingen die voorzien zijn aan de binnen- en buitenzijde van het toestel.
9.2. Elektrische aansluiting
Basisregel voor bedrading:
• Moet worden gebruikt als aanvulling op de lokale regelgeving voor elektrische
installaties
• Goedkeuring van stekkersleuf:
• De isolatie over de draden in de behuizing moet onbeschadigd zijn
• De bevestiging moet voldoende stevig zijn voor een constant contact en mag ook
niet te vast zitten, zodat er niet wordt gesneden in de aansluiting en de aansluiting
niet wordt beschadigd.
© 2021 Baker Hughes Company. Alle rechten voorbehouden.
Instructiehandleiding ATEX Masoneilan 7700E 9