MENU-INSTELLINGEN
Beeldmenu
Picture Mode: Selecteer de beeldmodus: standaard, dynamisch, gebruiker of mild.
Opmerking: Contrast, helderheid, kleur en scherpte zijn alleen beschikbaar en kunnen alleen worden
aangepast als de beeldmodus is ingesteld op gebruiker (user).
Contrast: Instellen van verschil tussen de lichtste en donkerste gebieden van het beeld.
Brightness: Instellen van de algehele helderheid van het beeld.
Colour: Instellen van de kleur.
Sharpness: Verhoog deze instelling voor scherpe randen; verlaag de instelling voor zachte randen.
Tint: Stel de tint in (alleen in NTSC-modus).
Colour Temperature: Stel de kleurtemperatuur in: gemiddeld, koel, gebruiker of warm.
Red: Stel de rode kleur van het beeld in.
Green: Stel de groene kleur van het beeld in.
Blue: Stel de blauwe kleur van het beeld in.
Aspect Ratio: Selecteer de beeldverhouding: 4:3, 16:9, zoom1, zoom2, of panorama.
Noise Reduction: Stel de ruisonderdrukking in: uit, laag, gemiddeld, hoog of standaard.