WAARSCHUWING
GEVAREN VAN BEWEGENDE DELEN
Stop het roerwerk altijd en koppel de luchttoevoer af, voordat u het roerwerk laat stijgen, controleert of repareert.
Dit is nodig om het risico van ernstig lichamelijk letsel, zoals snijwonden, amputatie van vingers, of door spatten
in de ogen of op de huid te verminderen.
Opstarten
1.
Let op dat het naaldventiel (23) gesloten is.
2.
Draai de luchttoevoer open en sluit de luchtleidings-
koppeling aan.
3.
Regel de snelheid van het roerwerk met het naaldventiel
(23) en laat de roersnelheid geleidelijk toenemen totdat
door het kijkgat in het vatdeksel beweging in het opper-
vlak van het materiaal te zien is, maar laat de snelheid
niet zover oplopen dat een draaikolk ontstaat. Gaat het
materiaal kolken, verminder dan de roersnelheid om
te voorkomen dat er luchtbellen in het materiaal komen.
OPMERKING: Houd altijd een matige roersnelheid aan van
ongeveer 50 toeren per minuut. Een te hoge roersnelheid
kan trillingen, schuimvorming en overmatige slijtage veroor-
zaken. Roer het materiaal eerst grondig door alvorens het
aan het doseersysteem toe te voeren. Blijf roeren terwijl
materiaal wordt toegevoerd.
Bediening
Uitzetten
Om het roerwerk stil te zetten moet u de luchttoevoer sluiten
met het naaldventiel (23) of het koppelstuk van de luchtleiding
ontkoppelen.
Houd het roerwerk rechtop. Leg het niet op de zijkant, want
dan kan er materiaal langs de as omlaag vloeien naar de
tandwielreductor.
VOORZICHTIG
308609
9