b) Slang
• Steek de slangaansluiting (9) in de luchtinlaat (4) en draai volledig rechtsom totdat deze op zijn plek vast zit.
• U kunt de slang verwijderen door de slangaansluiting volledig linksom te draaien en vervolgens los te trekken.
c) Buizen en mondstukken
• De slang (8), buizen en mondstukken (16)(17)(24) kunnen voor verschillende situaties gecombineerd worden
gebruikt.
• U kunt ongebruikte mondstukken ook aan de mondstukhouders (14) bevestigen.
• Het mondstuk voor natte en droge vloeren (16) kan in een opening (23) worden gestoken aan beide uiteinden van
de opbergruimte.
10