Veiligheidsaanwijzingen
Voor de ingebruikneming van het apparaat dient de behuizing, de bedienings- en
weergavenelementen alsook de netkabel gecontroleerd te worden op eventuele be-
schadiging. Indien een beschadiging zichtbaar is, mag het apparaat niet op de net-
spanning aangesloten worden.
Voordat het apparaat geopend wordt moet beslist de netstekker uit het
stopcontact verwijderd zijn.
Een reparatie, onderhoudswerkzaamheden of een kalibrering mag uitsluitend door
een vakman uitgevoerd worden. Het apparaat mag alleen op een geaard stopcontact
(230V/ 50Hz) aangesloten worden. Indien het vervangen van de zekering noodzake-
lijk is, mogen uitsluitend zekeringen van hetzelfde type en nominale stroomsterkte
gebruikt worden. Hiertoe moet het apparaat van het stroomnet afgekoppeld zijn.
De luchtcirculatie via de ventilatieopeningen van het apparaat mag niet belemmerd
worden. De aansluiting van de te voeden belasting gebeurt via de desbetreffend ge-
kenmerkte uitgangsbussen (AC= wisselstroom, DC = gelijkstroom +/-) aan de
voorzijde van het apparaat.
Gebruik:
De netvoeding EA-3051B levert twee verschillende uitgangsspanningen, die op de
voorzijde van het apparaat ter beschikking staan.
Op de DC-uitgang staat een gelijkspanning van 0...32 Volt DC ter beschikking en
wordt stabiel afgeregeld. De DC-uitgangsstroom kan met de potentiometer (7) in het
bereik van 0...5A ingesteld worden.
Op de AC-uitgang staat een wisselspanning tussen 0...30Volt AC ter beschikking.
De uitgangen zijn galvanisch van de netingang gescheiden. Indien nodig kan een
pool van de uitgangen geaard worden met de aardebus aan de voorzijde. De
aardebus is met de veiligheidsleiding van de netingang verbonden.
De uitgangsspanningen kunnen naar behoefte ingesteld worden via de regelknop (8)
aan de voorzijde. De voltmeter aan de voorzijde toont, overeenkomstig de ingestelde
spanning via de omschakelaar (2), de uitgangswissel- of de uitgangsgelijkspanning.
3