Inhoudsopgave
Advertenties
8. VOORBEREIDING OP HET LASPROCES
8.1 HET APPARAAT VOORBEREIDEN VOOR GEBRUIK
1. Zorg ervoor dat de aan/uit-schakelaar (7) in de uit-stand staat.
2. Bevestig een spoel met zelfafschermende draad.
3. Bevestig de aarddraadtangklem stevig op het gelaste materiaal.
8.2 LASPARAMETERS INSTELLEN
1. Schakel de stroom van het apparaat in met een schakelaar (7).
2. Gebruik de knop (1) om de juiste lasspanning in te stellen. Het apparaat selecteert zelf de snelheid
van de draadtoevoer. Als u de knop in de stand-bypositie zet, wordt het lasapparaat in stand-by gezet.
8.3 INITIATIE VAN DE BOOG
1. Breng het handvat dichter bij de lassen zodat de afstand tussen het mondstuk en de lasnaden ca. 10
mm is.
2. Druk op de knop op het laspistool en begin met lassen. Als u de knop loslaat, wordt het lasproces
voltooid.
9. VOORDAT U BELT VOOR SERVICE
In geval van storing van het apparaat, voordat u het lasapparaat naar de service stuurt, moet u de lijst met
basisfouten controleren en proberen ze zelf te verwijderen.
Eventuele reparaties aan het apparaat kunnen alleen worden uitgevoerd nadat de stekker uit het stopcontact is
gehaald.
Opmerking! Het apparaat is niet verzegeld en de gebruiker kan de behuizing van het lasapparaat verwijderen
om kleine storingen te verwijderen.
Symptomen
Stroomstoring, storingssignaal of
storing
Geen elektrode draadaanvoer
(feeder motor draait)
Onregelmatige elektrode
draadaanvoer
De boog gloeit niet
Boog te lang en onregelmatig
Boog te kort
Wanneer de stroom is
ingeschakeld, gaat het aan/uit-
indicatielampje niet branden
verlicht
De superverhittings-LED brandt
De ventilator draait niet
Onbevredigende laskwaliteit
Oorzaak
Geen verbinding of losse stekker in het
apparaat
Roldruk te zwak
Onjuiste diameter van geleidingsrolgroef
Verontreinigde kabelketting in de houder
Geblokkeerde elektrodedraad op de huidige
aansluiting
Beschadigde stroomterminal
De groef van de invoerrol is vuil of beschadigd
De spoel met draad wrijft tegen de wanden
van de afdekking van het lasapparaat
Geen goed contact met de
aardingsdraadterminal
Defecte schakelaar in MIG-houder
Onjuiste aansluiting van de MIG-beugel op het
apparaat
Lasspanning te hoog
Draadaanvoersnelheid te laag
Lasspanning te laag
Draadaanvoersnelheid te snel
Geen voedingsspanning
Het apparaat is oververhit.
De ventilator is geblokkeerd met een
gebogen deksel
Ongeschikte of slechte kwaliteit gebruikte
materialen of verbruiksartikelen,
8
Gedrag
Verwijder de behuizing, controleer en
corrigeer de aansluitingen van alle elektrische
stekkers
in het apparaat
Stel de juiste druk in
Zet de juiste geleiderol op
Reinig de elektrodedraadketting
Vervang de huidige terminal
Vervang de huidige terminal
Reinig de groef van de rol of vervang de rol
Bevestig de spoel met de draad correct
Verbeter het contact met de grondklem
Vervang de schakelaar
Controleer de status van de elektrische
aansluitingen van de houder, controleer of de
pinnen in het stopcontact niet zijn gebroken of
vastgelopen
Lasspanning verminderen
Verhoog de snelheid van de draadaanvoer
Lasspanning verhogen
Verlaag de snelheid van de draadaanvoer
Controleer de zekeringen op de
netaansluiting
Wacht een paar minuten totdat de LED uitgaat
en ga door met lassen.
De ventilatorkap rechttrekken
Vervang verbruiksonderdelen. Verander de
lasdraad of gasfles in
materialen van geschikte of hogere kwaliteit
Advertenties
Inhoudsopgave
