Universele dimactor
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Aanwijzingen
• Bij aansluiting van conventionele trafo's mag het
aandeel ohmse lasten 50 % niet overscrhijden.
• Afhankelijk van de belastingsgraad van de dimac-
tor kunnen max. 10 vermogensopvoereenheden
per kanaal worden aangesloten.
• In combinatie met Gira Tronic-trafo's: Gira Tronic-
vermogensopvoereenheden (inbouw of DRA) ge-
bruiken.
Aansluiting
Universele dimactor 1-voudig
Aansluiting zie afbeelding A
Het totale aansluitvermogen bedraagt 500 W/VA.
Universele dimactor 2-voudig
Aansluiting zie afbeelding B
Aansluiting van verschillende buitenleiders op A1 en
A2 en gelijktijdige toepassing van capacitieve of ohm-
se lasten op b.v. kanaal 1 en inductieve lasten op b.v.
kanaal 2 is mogelijk (z. afbeelding B).
Het totale aansluitvermogen bedraagt 600 W/VA bij
een max. enkelkanaal-last van 400 W/VA.
Aanwijzing:
Bij veronachtzaming van de lastverdeling kan een
overtemperatuurschakeling van de uitgangen op-
treden!
Afdekkapje
Het afdekkapje met de aan de onderzijde naar buiten
geleide buskabels over de busklem schuiven (afb. C)
tot het voelbaar vastklikt.
C)
Universele dimactor
• In combinatie met conventionele trafo's: LV-vermo-
gensopvoereenheden (inbouw of DRA) gebruiken.
• Technische aansluitvoorwaarden (TAV) van het
energiebedrijf in acht nemen.
• Rimpelfrequentie afkomstig van het energiebedrijf
kan zich bij lage dimstand door kortstondig flakke-
ren manifesteren.
A)
Verwijder het afdekkapje door het op de zijvlakken in
te drukken en vervolgens los te trekken (afb. D).
D)
10/04
B)
Blz: 3 van 4