Fig. 11 Links aangesloten unit
Tabel 3: Symbolen en beschrijvingen
Positie
Beschrijving
A
Toevoerlucht
B
Uitlaatlucht
C
Buitenlucht
D
Afvoerlucht
Aansluiting toevoerlucht
1
Aansluiting retourlucht
2
Aansluiting buitenlucht
3
Aansluiting afvoerlucht
4
5
Filter toevoerlucht
6
Filter uitblaaslucht
7
Ventilator toevoerlucht
8
Ventilator afvoerlucht
9
Warmtewisselaar
Rotorregeling (locatie hangt af van de grootte
10
van de unit)
4.8.2 Condensatie en warmte-isolatie
Buitenlucht- en afvoerkanalen moeten altijd goed worden geïsoleerd om condensatie tegen te gaan. In het
bijzonder rondom kanalen die direct op de unit zijn aangesloten, is isolatie erg belangrijk. Alle kanalen
in koude ruimtes/gebieden moeten goed worden geïsoleerd. Gebruik een isolatie (minimaal 100 mm
mineraalwol) met plastic dampwering. In ruimtes met in de winter zeer lage buitentemperaturen moet
extra isolatie worden aangebracht. De totale dikte van de isolatie moet minimaal 150 mm zijn.
Pas op
• Als de unit op een koude plaats wordt geïnstalleerd, dienen alle verbindingen te worden geïsoleerd
en afgeplakt.
• Kanaalaansluitingen/kanaaleinden dienen tijdens opslag en installatie te worden afgedekt.
• Sluit geen droogtrommel aan op het ventilatiesysteem.
Topvex FR03, FR06, FR08, FR11
20693313
18
Symbool
Installatie-instructie
Systemair AB