Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geavanceerde Parameters - DG FLOW STEADYPRES M/M 8.5 Installatie- En Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

GEAVANCEERDE PARAMETERS voor het instellen van de regelaar.
Parameter
DIFFERENTIAAL
d 0.50
ADV
DRUK VOOR
HERSTART
NOMINALE
MF 50
MOTOR
FREQUENTIE
MINIMALE
LF30
BEDRIJFS
FREQUENTIE
MAXIMALE
HF 50
BEDRIJFS
FREQUENTIE
STOP-
Td 10
VERTRAGING
DROOGLOOP
BEVEILIGING
MINIMALE
PF .50
ARBEIDSFACTOR
(alleen T/T
modellen)
STOP-
TPF 0
VERTRAGING
ARBEIDSFACTOR
BEVEILIGING
(alleen T/T mod.)
HERSTARTTIJD
TP10
VAN
DROOGLOOP-
BEVEILIGING
STOP-
TF 3
VERTRAGING BIJ
GEEN DOORLAAT
REACTIE-
RF 3
SNELHEID
REGELAAR

GEAVANCEERDE PARAMETERS

Omschrijving
Instellen van het verschil
tussen de gewenste druk
(Pset) en de herstartdruk.
Instellen van de nominale
motorfrequentie volgens
typeplaatje van de motor.
Instellen van de minimale
bedrijfsfrequentie.
Instellen van de maximale
bedrijfsfrequentie.
WAARSCHUWING:
Verhoging boven de
nominale Frequentie kan
forse overbelasting geven.
Instellen van de stopver-
traging bij droogloopsituatie.
WAARSCHUWING: een te
hoge waarde kan schade aan
de pomp geven.
Instellen van de minimale
waarde van de arbeidsfactor
waaronder de regelaar de
pomp stopt.
Instelling: lees de waarde af
met lopende motor en
gesloten klep en trek hier
0.03 af.
Instellen van de stopver-
traging voor de regelaar een
minimale arbeidsfactor alarm
geeft.
Instelling op "0" schakelt de
functie uit.
Instellen van de tijd tussen
twee herstartpogingen na
een droogloopalarm.
Instellen op "0" schakelt
automatisch herstarten uit.
Instellen van de stopver-
traging bij geen doorlaat
(geen flow).
Instellen van de responssnel-
heid op drukveranderingen.
Instelling afhankelijk van de
systeemkarakteristieken.
eenh Default
bar
psi
Hz
Hz
Hz
sec
-
sec
min
sec
-
10
Min
Max
0,5
0,4
1,0
6
6
15
50
50
60
30
25
40
MF
MF-
MF
5
+3
10
1
100
0.50
0.50
0.99
0
0
3
10
0
100
3
1
15
3
1
5
Stap
0,1
1,5
-
1
1
1
0.01
1
1
1
1

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave