Plaats de verstekgeleider (4) over de onderste zaagbladbeschermer en maak vast.
Til de machine op door het aan beide kanten van de basis vast te houden (12).
OPMERKING:
In dit gedeelte worden de essentiële bedieningselementen van de machine voorgesteld.
Lees dit deel vooraleer u de zaag voor het eerst gebruikt.
9.2.1
Bedieningsmodus als tafelzaag
Zorg ervoor dat de tafel volledig in de juiste richting is gemonteerd -zie 9.2 Transport
hierboven - en dat de vergrendelpin (22) goed is vergrendeld.
Verwijder de verstek-en breedtegeleider (4).
Monteer de zaagbladbeschermer (3) door deze met de achterzijde in de sleuf aan de
bovenzijde van het spouwmes (2) te schuiven en naar achter toe te drukken. Monteer de
onderste zaagbladbeschermer (14) door de achterzijde van de zaagbladbeschermer
volledig naar achter in de opening van schakelaar B (29) te drukken tot de voorzijde van
de onderste zaagbladbeschermer (14) gelijk staat met de referentiepunten op inlegstuk
(21).
Om het toestel te starten en stoppen, gebruikt u de AAN-/UIT-schakelaar (7).
9.2.2
Bedieningsmodus als afkort- en verstekzaag
Zorg ervoor dat de verstek- en breedtegeleider (4) juist is geïnstalleerd en het zaagblad
bedekt. Dit activeert schakelaar A (8). Zorg ervoor dat het deksel (verstek- en
breedtegeleider) stevig is vastgemaakt. Indien dit niet het geval is, gebruikt u de verstek-
en breedtegeleidervergrendelknop (5) om vast te maken.
Duw de zaagtafel naar beneden en trek tegelijk aan de vergrendelknop (22) om de
zaagtafel naar boven te zetten.
Verwijder de onderste zaagbladbeschermer (14).
Om de motor in te schakelen, drukt u op de schakelaar (20) op het handvat.
Om de motor uit te schakelen, laat u de schakelaar (20) los.
9.2.3
Draaitafel
De draaitafel (11) draait 50° naar links en 60° naar rechts en kan worden vastgezet in preset
stops bij 0°, 15°, 22.5°, 30°, 45° en 60°.
Om de verstektafel te draaien, moet de vergrendelknop (9) worden gelost.
Om te voorkomen dat de verstekhoek tijden het zagen verandert, moet de
vergrendelknop van de verstekzaag worden aangespannen (ook wanneer
de zaag is vastgezet in een preset stop).
9.2.4
Afstelling van de afschuinhelling (Fig. 1)
De zaagkop kan verticaal in een hoek van 45° naar links worden gekanteld.
Om de zaagkop te kantelen moet de afschuinvergrendeling (16) worden gelost.
Om te voorkomen dat de afschuinhoek tijdens het zagen verandert, moet de
vergrendelknop van de spoorarm worden aangespannen.
9.2.5
Verstek- en breedtegeleider (Fig. 2)
De verstek- en breedtegeleider (4) wordt op de bovenste zaagtafel (1) gemonteerd. De
verstek- en breedtegeleidervergrendelknop (5) moet naar de voorkant van de machine zijn
gericht.
Copyright © 2016 VARO
POWX07582
P a g e
| 10
NL
www.varo.com