Functie Self Image Setting
(Automatische beeldinstelling).
Druk op de aan/uit knop aan de onderkant van
het schakelpaneel om het aan te zetten. Wanneer
de monitor wordt ingeschakeld, wordt de Functie
voor "Self Image Setting" (Automatische
beeldinstelling) automatisch uitgevoerd. (Alleen
ondersteund in analoge modus)
OPMERKING
Functie "Self Image Setting"
y
(Automatische beeldinstelling).
Met deze functie kan de gebruiker het
scherm optimaal instellen. Wanneer de
monitor voor het eerst wordt aangesloten,
stelt deze functie het scherm automatisch
optimaal in voor de afzonderlijke
invoersignalen. (Alleen ondersteund in
analoge modus)
'Auto'-functie.
y
Wanneer het scherm er vaag uitziet, de
letters vager zijn, het beeld flikkert of kantelt
tijdens het gebruik of na het wijzigen van de
schermresolutie drukt u op de knop Auto-
functie om de resolutie te verbeteren. (Alleen
ondersteund in analoge modus)
DE MONITOR GEBRUIKEN
15