Inhoudsopgave
Advertenties
2.Veiligheidsinstructies
WAARSCHUWING:
Om het brandgevaar te verminderen, zijn overstroombeveiligingsinrichtingen (OCPD)
voor aftakcircuits vereist voor circuits die zijn aangesloten op de omvormer.
De aanbevolen uitschakelstroom voor OCPD is 16 A voor 1-2 kW-
modellen, 25 A voor 2,5-3,6 kW-modellen, 32 A voor 4-5 kW-modellen.
VOORZICHTIG:
Gevaar voor elektrische schokken. Afdekking niet verwijderen. De omvormer
bevat geen door de gebruiker te repareren onderdelen. Laat onderhoud
uitvoeren door een gekwalificeerde en bevoegde servicemonteur.
VOORZICHTIG:
De PV-generator (zonnepanelen) levert een gelijkspanning bij blootstelling aan
licht.
VOORZICHTIG:
Gevaar voor elektrische schokken als gevolg van energie opgeslagen in
condensatoren van de omvormer. Verwijder de afdekking niet eerder dan 5
minuten nadat alle voedingsbronnen zijn losgekoppeld. Uitsluitend uit te
voeren door servicemonteur. De garantie kan komen te vervallen indien de
afdekking door een onbevoegde persoon wordt verwijderd.
VOORZICHTIG:
De oppervlaktetemperatuur van de omvormer kan een waarde bereiken
van 75℃ (167 F). Om brandwonden te voorkomen, dient u het oppervlak niet aan
te raken wanneer de omvormer in bedrijf is. De omvormer moet buiten het bereik van
kinderen worden geïnstalleerd.
2.3 Opmerking ten aanzien van het gebruik
De omvormer is geconstrueerd volgens de geldende technische en veiligheidsrichtlijnen. Gebruik de omvormer
UITSLUITEND in installaties die voldoen aan de volgende spe cificatie:
1.
Permanente installatie is vereist.
2.
De elektrische installatie moet voldoen aan alle geldende voorschriften en normen.
3.De omvormer moet worden geïnstalleerd volgens de instructies vermeld in deze handleiding.
4.De omvormer moet worden geïnstalleerd volgens de correcte technische specificaties.
5.Om de omvormer op te starten, moet de hoofdnetvoedingsschakelaar (AC) worden ingeschakeld voordat het DC-
afscheidingspunt van de zonnepanelen wordt ingeschakeld. Om de omvormer te stoppen, moet de
hoofdnetvoedingsschakelaar (AC) worden uitgeschakeld voordat het DC-afscheidingspunt van de zonnepanelen wordt
uitgeschakeld.
.6.
3.1.Display frontpaneel
Figuur 3.1 Display frontpaneel
3.2 LED-statusindicatielampjes
Er bevinden zich drie LED-statusindicatielampjes op het frontpaneel van de omvormer.
Linker LED: STROOM-LED (rood), geeft de stroomstatus van de omvormer aan.
Middelste LED: BEDRIJFS-LED (groen), geeft de bedrijfsstatus aan. Rechter LED:
ALARM-LED (geel), geeft de alarmstatus aan. Zie tabel 3.1 voor details.
Lampje
Status
De omvormer kan gelijkstroom detecteren
AAN
STROOM
Geen gelijkstroom of lage gelijkstroom
UIT
De omvormer werkt correct.
AAN
De omvormer is gestopt met het leveren van stroom.
BEDRIJF
UIT
De omvormer wordt geïnitialiseerd.
KNIPPEREN
Er wordt een alarm- of storingsconditie gedetecteerd.
AAN
ALARM
De omvormer werkt correct.
UIT
Tabel 3.1 Statusindicatielampjes
3. Overzicht
Beschrijving
.7.
Advertenties
Inhoudsopgave
