Download Print deze pagina

Endress+Hauser iTEMP TMT182B Beknopte Handleiding pagina 2

Temperatuurtransmitter
Verberg thumbnails Zie ook voor iTEMP TMT182B:

Advertenties

KA01605T
Montage van het instrument
Een kruiskopschroevendraaier is nodig voor de montage van de koptransmitter:
• Maximaal aandraaimoment borgschroeven = 1 Nm (¾ foot-pound),
schroevendraaier: Pozidriv Z2
• Maximaal aandraaimoment schroefklemmen = 0,35 Nm (¼ foot-pound),
schroevendraaier: Pozidriv Z1
A
8
9
 2
Montage koptransmitter
Procedure voor montage in een aansluitkop, pos. A:
1.
Open het deksel van de aansluitkop (8). Plaats de aansluitaders (4) van
het meetelement (3) door het middengat in de koptransmitter (5).
2.
Plaats de montageveren (6) op de bevestigingsschroeven (7).
Elektrische aansluiting
L
VOORZICHTIG
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
of aangesloten. Wanneer dit niet wordt aangehouden, kunnen onderdelen
van de elektronica onherstelbaar worden beschadigd.
Sluit niets op de CDI-aansluiting aan. Een verkeerde aansluiting kan de
elektronica onherstelbaar beschadigen.
LET OP
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm klemmen tegen
elektrostatische ontlading. Indien dit niet wordt aangehouden kunnen
onderdelen van de elektronica onherstelbaar worden beschadigd.
Handleiding snelle bedrading
Voedingsspanning
Waarden voor explosieveilige omgeving, beveiligd tegen
omgekeerde polariteit:
U = 10 ... 36 V
Stroomverbruik
• 3,6 ... 23 mA
• Minimaal stroomverbruik 3,5 mA
• Stroomgrenswaarde ≤ 23 mA
Bedieningsmogelijkheden
De transmitter en het meetwaardedisplay worden geconfigureerd via het
HART®-protocol of de CDI (= Endress+Hauser Common Data Interface). De
volgende bedieningstools staan daarvoor ter beschikking:
FieldCare, DeviceCare
AMS Device Manager (Emerson Process Management)
(Endress+Hauser)
Simatic PDM (Siemens)
De configuratie van de instrumentspecifieke parameters wordt in detail
beschreven in de bedieningshandleiding van het instrument.
2
B
7
6
5
1
2
3 4
5
4
3
2
1
DC
3.
Plaats de montageschroeven (7) door de boringen aan de zijkant van de
koptransmitter en het meetelement (3) en zet deze vast met de
borgringen (2).
4.
Schroef de koptransmitter (5) met het meetelement (3) vast in de
aansluitkop.
5.
Sluit de deksel van de koptransmitter (8) weer na de bedrading.
Procedure voor montage op een DIN-rail, pos. B:
1.
Druk de DIN-railclip (4) op de DIN-rail (5) tot deze vastklikt
2.
Plaats de montageschroeven (1) door de boringen aan de zijkant van de
koptransmitter (2) en zet deze vast met de borgringen (3).
3.
Schroef de koptransmitter (2) op de DIN-railclip (4).
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemp
–40 ... +85 °C
eratuurbereik
(–40 ... 185 °F), voor
explosiegevaarlijke
omgeving zie Ex-
documentatie.
Beschermingskla
IP 20
sse
Vervuilingsgraad 2
Hoogte
≤ 4 000 m (4 374,5 ft)
1
RD
RD
WH
WH
 3
Toekenning van klemaansluitingen voor koptransmitter
1
Sensoringang, RTD en Ω, 4-, 3- en 2-draads
2
Sensoringang, TC en mV
3
CDI-interface
4
Busafsluitweerstand en voedingsspanning
Een minimale belasting van 250 Ω is nodig in het signaalcircuit om de HART
transmitter via het HART
®
-protocol (klem 1 en 2) te kunnen bedienen.
1
 4
Bedieningsmogelijkheden voor de transmitter via HART®-communicatie
1
Temperatuurtransmitter
2
Transmitter actieve scheider met bidirectionele HART®-signaaloverdracht
3
HART® modem
4
PC, laptop of tablet FieldCare/DeviceCare bedieningstools
5
PLC
Opslagtemperat
–50 ... +100 °C
uur
(–58 ... +212 °F)
Overspanningsc
II
ategorie
Luchtvochtighei
Max. rel.
d
luchtvochtigheid: 95%
Isolatieklasse
Klasse III
2
6
5
1+
2-
4
3
3
4
5
2
3
Endress+Hauser
4
+
-
®
-

Advertenties

loading