12
De tunneldelen op de vereiste lengte afkorten, m.b.v. verbindingsstukken met elkaar verbinden en
met de bitumenband afplakken. De tunnel is nu niet meer uit elkaar te halen.
Figuur 9
Tunneldelen altijd en alleen m.b.v. de meegeleverde plastic verbindingsstukken verbinden,
namelijk door die in de daarvoor bedoelde gaten in te zetten en met 90° te draaien, zie fig. 10.
Figuur 10 – tunneldelen met elkaar verbinden
Tunnel in dakopstand bevestigen
Door de dakopstand de tunnel halen en daarop de bovenste borstelafdichting plakken (afdichting
ca 1mm onder de tunnelrand vastzetten) en op de binnenkant van de tunnel het „tunnelstrookje"
voor de versterking plakken. De tunnel tegen de dakopstand m.b.v. schroeven nr. 3 vastzetten, zie