Schakel het apparaat uit wanneer het verplaatst moet worden. Verwijder altijd de batterij
wanneer u het apparaat aan een andere persoon doorgeeft.
6.4
Gebruik en onderhoud van elektrisch gereedschap
Het enige accessoire dat u in combinatie met dit product mag gebruiken, is het
maaihulpstuk dat we aanbevelen onder "Technische gegevens".
Gebruik nooit een apparaat dat op welke manier dan ook werd gewijzigd en dus niet meer
beantwoordt aan de oorspronkelijke specificaties. Gebruik het apparaat nooit in de buurt
van ontplofbare of brandbare materialen.
Gebruik nooit een apparaat dat een defect vertoont. Voer de veiligheidscontroles en de
onderhoudsinstructies uit die beschreven worden in deze handleiding. Bepaalde
onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door opgeleide en
gekwalificeerde specialisten. Zie instructies onder "Onderhoud".
Gebruik enkel originele vervangonderdelen.
Zorg ervoor dat ventilatieopeningen altijd open blijven.
Vóór het apparaat wordt ingeschakeld, moeten alle kappen, beschermingen en
handgrepen worden geïnstalleerd.
Gebruik het apparaat enkel bij daglicht of in andere omstandigheden met een goede
verlichting.
Gebruik het apparaat nooit bij slecht weer, bijvoorbeeld bij mist, in de regen, op vochtige
of natte plaatsen, bij sterke wind, bij grote koude, bij het risico op een blikseminslag, enz.
Zeer warm weer kan ertoe leiden dat het apparaat oververhit geraakt.
6.5
Gebruik altijd uw gezond verstand
Het is niet mogelijk elke denkbare situatie te voorzien die u kunt tegenkomen. Ga altijd
zorgvuldig te werk en gebruik uw gezond verstand. Vermijd alle omstandigheden waarvan u
vindt dat u boven uw mogelijkheden moet gaan. Als u ondanks het lezen van deze handleiding
er niet zeker van bent hoe u het apparaat moet bedienen, moet u een deskundige raadplegen
vóór u verdergaat.
7 BIJKOMENDE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR BATTERIJEN EN
LADERS
Gebruik enkel batterijen en laders die geschikt zijn voor dit apparaat.
7.1
Batterijen
Probeer nooit om batterijen, om wat voor reden ook, te openen.
Bewaar ze niet op plekken waar de temperatuur de 40 °C kan overschrijden.
Laad ze enkel op bij temperaturen tussen de 4 °C en 40 °C.
Bewaar uw batterijen op een koele droge plaats (5 °C-20 °C). Bewaar batterijen nooit in
ontladen toestand.
Het is beter voor Li-ion batterijen om ze regelmatig te ontladen en te herladen (minstens 4
keer per jaar). De ideale lading voor het langdurig opbergen van uw Li-ion batterij
bedraagt 40% van de capaciteit.
Wanneer u ze moet wegwerpen, volg dan de instructies in het gedeelte "Het milieu
beschermen".
Veroorzaak geen kortsluitingen. Wanneer er rechtstreeks of per ongeluk, door contact met
een metalen voorwerp, een verbinding wordt gemaakt tussen de positieve (+) en de
negatieve (-) contactaansluiting, dan wordt de batterij kortgesloten en zal er een zeer
grote stroom gaan vloeien die hitte zal veroorzaken wat tot het barsten van de behuizing
of tot brand kan leiden.
Verhit ze niet. Wanneer batterijen boven de 100 °C verwarmd worden, zullen de
afdichtingen, isolatielagen en andere polymeerlagen beschadigd raken wat tot het lekken
Copyright © 2021 VARO
POWDPG7551
P a g i n a
| 8
NL
www.varo.com