machine waar de motor deel van uitmaakt.
- Het ontstekingssysteem van uw apparaat
produceert een elektromagnetisch veld met
een zeer lage intensiteit. Dit veld kan
interferentie veroorzaken met bepaalde
pacemakers. Om het risico op ernstig letsel
of overlijden zo klein mogelijk te houden
moeten personen met een pacemaker hun
eigen arts en de fabrikant van de
pacemaker raadplegen voordat ze deze
machine gebruiken.
LET OP: Nationale voorschriften kunnen
het gebruik van de machine beperken.
1 - Gebruik de motor niet als u vermoeid bent
of wanneer u alcohol, drugs, of medicatie
heeft gebruikt.
2 - D r a a g
g e s c h i k t e
veiligheidsartikelen, zoals laarzen, een stevige
broek, handschoenen, een veiligheidsbril,
oorkappen en een veiligheidshelm. Draag
strak aansluitende maar gemakkelijke kledij.
3 - De motor mag uitsluitend gebruikt
worden door meerderjarigen die de
veiligheidsnormen, voorzorgsmaatregelen
en instructies in deze handleiding kunnen
begrijpen en naleven. Minderjarigen mogen
de motor nooit gebruiken.
4 - Gebruik de motor ver verwijderd van andere
personen of dieren.
5 - Controleer voor het starten of de
versnellingshendel vrij werkt.
6 - Vul de tank uit de buurt van warmtebronnen
en bij stilstaande motor. Rook niet tijdens het
vullen van de tank.
7 - De tank niet bijvullen in gesloten of niet-
geventileerde ruimtes.
8 - Start de motor nooit zonder dat alle
onderdelen gemonteerd zijn, met inbegrip
van de katalysator, de luchtfilter, het
filterdeksel en het startcarter, en bevestig
deze stevig op hun plaats.
9 - Het toestel mag niet draaien als de motor op
het stationair toerental draait. Zoniet moet
u de minimumschroef afstellen.
10 - Voer bij draaiende motor geen onderhoud
11 - Werk niet met een beschadigde katalysator.
12 - Gebruik geen brandstof (mengsels) voor het
13 - Controleer de vonk van de bougie niet dicht
14 - Controleer dagelijks de motor om na te gaan
15 - Vermijd de motor te gebruiken in gesloten of
16 - Houd de draaiende (of nog warme)
17 - Pas op met de katalysator en andere warme
18 - Schakel de motor uit en ga na of die goed
k l e d i n g
e n
19 - Haal de dop nooit van de tank en vul de tank
20 - Laat de motor niet draaien als er
21 - Wijzig op geen enkele wijze de afstellingen
22 - Maak de benzinetank leeg bij transport op
23 - Bewaar de motor op een droge plaats, ver van
24 - Aangezien sommige onderdelen kunnen
25 - Voer nooit zelf handelingen of herstellingen
26 - Vergeet niet dat de eigenaar of de gebruiker
uit.
schoonmaken.
bij het cilindergat.
of alle (veiligheids) voorzieningen goed
werken.
slecht geventileerde ruimtes. De uitlaatgassen
zijn giftig: ze bevatten koolstofmonoxide.
motor goed verwijderd van ontvlambare
materialen.
onderdelen.
afgekoeld is alvorens u de brandstoftank
opnieuw vult. Vul de tank niet helemaal.
nooit terwijl de motor nog warm is of loopt
(laat de motor 2 minuten afkoelen alvorens
bij te vullen).
brandstofmengsel gelekt is, als u benzine
ruikt of als er ontploffingsgevaar is (verwijder
het toestel van mogelijke brandstoflekken en
vermijd vonken zolang het brandstofmengsel
niet volledig verdampt is).
van de motor (laat de motor draaien aan de
snelheid bepaald door de producent).
oneffen wegen of over lange afstanden.
warmtebronnen en opgetild van de grond.
stuk gaan en op gevaarlijke wijze
weggeslingerd worden, mag u het vliegwiel
en de koppeling uitsluitend bij een Erkend
Assistentiecentrum laten herstellen.
uit die niet tot het normale onderhoud
behoren. Wend u uitsluitend tot een Erkend
Assistentiecentrum.
aansprakelijk is voor ongevallen of risico's
5