Draai in tegenwijzerzin voor een grotere zaagdiepte.
Draai in wijzerzin voor een kleinere zaagdiepte.
Na elke nieuwe afregeling, wordt het aanbevolen om een testsnede te maken om de
ingestelde diepte te controleren.
9.4
De hoek instellen (Fig. 7)
Met de tafelzaag kunt u diagonale sneden naar links t.o.v. de aanslag maken met een hoek
tussen de 0 ° en 45 °.
Controleer vóór elke snede dat contact tussen de aanslag, verstekmaat (4) en het zaagblad
(11) niet mogelijk is.
Zet de fixeerhendel (3) los.
Stel de gewenste hoek in volgens de schaal.
Zet de fixeerhendel (3) in de gewenste hoek opnieuw vast.
9.5
Werken met de langsgeleider
9.5.1
De hoogte van de aanslag instellen (Fig. 8)
De aanslag (a) van de langsgeleider (7) heeft twee vlakken met verschillende hoogtes.
Afhankelijk van de dikte van het te zagen materiaal, moet het hogere gedeelte van de
aanslag (a) gebruikt worden voor dik materiaal (dikte van het werkstuk groter dan 25 mm)
en moet het onderste deel van de aanslag gebruikt worden voor dun materiaal (dikte van
het werkstuk kleiner dan 25 mm).
Om dit in te stellen, zet u de bouten aan de zijkant van de langsgeleider (7) los en duwt u
de aanslag (a) op de geleider, afhankelijk van de gewenste positie.
Zet de bouten opnieuw vast.
9.5.2
De zaagbreedte instellen (Fig. 9)
De langsgeleider (7) moet gebruikt worden voor het in de lengte zagen van hout.
Plaats de langsgeleider (7) op de geleiderrail (b) aan de linker- of rechterkant van het
zaagblad.
Op de geleiderrail van de langsgeleider (7) bevinden zich twee schalen (c/d) die de
afstand tussen de langsgeleider (a) en het zaagblad (11) aangeven.
Stel de langsgeleider (7) in op de gewenste afstand m.b.v. het kijkglas (e) en zet hem vast
met de vergrendelingshendel van de langsgeleider.
9.6
De tafel gebruiken met de breedte-uitbreiding (Fig. 10)
De zijwaartse werktafeluibreiding (8) moet altijd gebruikt worden voor zeer brede
werkstukken.
Zet de vergrendelingshendel (a) los en trek de tafel uit.
9.7
Schulpen
Verwijder de verstekmaat en zet de langsgeleider vast op de tafel.
Zet het blad hoger zodat het ongeveer 1/8" (3,2 mm) boven de bovenkant van het
werkstuk uitsteekt.
Plaats het werkstuk vlak op de tafel en tegen de langsgeleider zodat het grootste deel van
het werkstuk zich tussen het zaagblad en de langsgeleider bevindt. Hou het werkstuk
ongeveer 1" (2,5 cm) van het blad weg.
Zet de zaag AAN en wacht tot het zaagblad zijn volle snelheid bereikt heeft.
Voer het werkstuk langzaam tegen het zaagblad aan door op het deel van het werkstuk te
duwen dat tussen het zaagblad en de langsgeleider zal passeren.
Plaats uw duimen niet op de bovenkant van de tafel. Hou het werkstuk altijd vast wanneer
de zaag draait. Laat het niet los om de duwstok te nemen. Wanneer beide duimen de
voorkant van de tafel raken, werk dan de zaagbewerking af met de duwstok.
Copyright © 2015 VARO
POWX225
P a g i n a
| 10
NL
www.varo.com