Holland Warmte
Opstelling van de ketel
Plaats de ketel altijd op een brandvrije ondergrond, bij maritieme toepassingen verdient een lekbak
aanbeveling.
Houdt bij het opstellen van de ketel de volgende minimum ruimte vrij.
Zijkant
50 mm
Bovenzijde
100 mm
Maximale lengte rookgasafvoer voor de Micro 5 meter overige modellen 7 meter. Elke bocht 90 graden
telt voor 1 meter lengte. De rookgasafvoer mag niet kleiner zijn dan de uitmondingen van de ketel.
In de aanvoer zijde van de ketel dient een veiligheidsventiel en een expansievat te worden opgenomen.
De elektrische aansluiting van de ketel is 230 Volt. Aan de voorzijde van de ketel bevind zicht een aan-
sluitstekker. Hierop word de voeding en de ruimtethermostaat aangesloten. Aan de zijkant van de
brander bevindt zich een stekker voor de verbinding met de oliebrander, zodat deze op eenvoudige
wijze is los te nemen.
Achter het voorfront van de ketel bevind zich de aansluitprint waarop de diversen componenten zijn
aangesloten. Alsmede een aansluitverklaring van de componenten.
Regeling van Solo
De ruimtethermostaat schakelt bij warmtevraag de oliebrander in. Als het ketelwater een tempera-
tuur van 45°C heeft bereikt, zal de circulatiepomp gaan draaien, hiermee wordt voorkomen dat er
condens in de ketel optreed, wat levensduur van de ketel nadelig zou kunnen beïnvloeden.
Regeling van Combi
De combiketel is uitgerust met een warmte wisselaar voor tapwater. Bij deze uitvoering regelt de
ketelthermostaat de temperatuur, deze wordt ingesteld op 90°C. De brander start en bij 45°C treed de
circulatiepomp in werking. Is de ingestelde temperatuur bereikt, dan stoppen de brander en de circu-
latiepomp. Bij vraag naar warm tapwater schakelt een sensor de circulatiepomp in en treedt de bran-
der na enige ogenblikken weer in werking, na het beëindigen van watertappen zal de circulatiepomp
na enige ogenblikken stoppen. Bij warmtevraag van de ruimtethermostaat gaat de regelklep open. Bij
een volledig geopende klep treed de circulatiepomp in werking, deze stopt weer na het beëindigen van
de warmtevraag als de klep gesloten is. Het warm tapwater heeft ten alle tijden voorrang. Bij een te
lage ketelwatertemperatuur is de ketel zodanig uitgerust dat bij gelijktijdige vraag naar tapwater en
verwarming, de klep naar de CV-installatie zal sluiten.
Rookgasafvoer
Voor de rookgasafvoer wordt vaak flexibele RVS buis gebruikt, dit werkt eenvoudig en vraagt weinig
hulpstukken. Echter deze flexibele buis bestaat uit plooien met als nadeel een hogere doorstromings-
weerstand dan een gladde buis. In de plooien blijft condens achter dat zwavelzuur bevat (olie bevat
zwavel) wat de buis kan aantasten. Het verdient dan ook aanbeveling een flexibele rookgasafvoer elk
jaar te controleren op corrosie. Het gebruik van gladde RVS buis is beter.
7
MARITIME BOOSTER • INSTALLATIE-, VEILIGHEID- EN ONDERHOUDSVOORSCHRIFTEN