Bijvullen of geheel vullen van de installatie
Boven het display is een waterdrukmeter geplaatst. Hierop kunt u de
waterdruk in uw CV-installatie aflezen. De installatie functioneert
optimaal bij een waterdruk tussen de 1,5 en 2 bar. Voor het vullen van
de CV-installatie gebruikt u de vul- en aftapkraan. Het vullen geschiedt
als volgt:
-
Schakel alle programmatoetsen (
-
Trek de stekker uit de wandcontactdoos.
Laat tijdens het (bij)vullen van de CV-installatie de stek-
ker UIT de wandcontactdoos.
-
Sluit de vulslang aan op de koudwaterkraan en vul de slang geheel
met drinkwater;
-
Sluit de gevulde vulslang aan op de vul- en aftapkraan van de CV-
installatie en open deze kraan;
-
Open de koudwaterkraan en vul langzaam de installatie tot
2 bar;
-
Sluit de koudwaterkraan;
-
Begin op het laagste punt de radiatoren en leidingdelen te
ontluchten;
-
Het toestel bezit een automatische ontluchter die de aanwezige
lucht in het toestel verwijdert;
-
Open de koudwaterkraan en zorg dat de installatie weer op druk
(1,5 tot 2 bar) komt, nadat alle radiatoren en leidingdelen zijn
ontlucht;
-
Sluit de koudwaterkraan en de vul- en aftapkraan en neem de
vulslang weer los;
-
Steek nu de stekker van het toestel in de wandcontactdoos;
-
Het toestel komt niet direct in bedrijf maar doorloopt eerst het
automatisch ontluchtingsprogramma van ± 15 min. nadat één van
de drie programmatoetsen wordt ingeschakeld. Op het display
verschijnt . Hierbij worden regelmatig de pomp en driewegklep
aangestuurd om de eventuele aanwezige lucht via de ontluchter te
verwijderen.
-
Controleer de waterdruk en vul indien nodig bij. De bedrijfsdruk in
de installatie dient in koude toestand tussen 1,5 en 2 bar te zijn.
Gebruikshandleiding ATAG Perfect
,
en
) uit.
1,5-
pagina 9
III