Lichtmanagement
4. Montage
Monteer het relaisstation op een DIN-rail (conform DIN EN 50022).
Installatie:
De voedingsspanning AC 230 V ~ voor het relaisstation wordt op de
klemmen „L" en „N" aangesloten, zie afbeelding A.
Op de uitgangsklemmenparen A1 – A8 van het relaisstation worden de te
schakelen lasten aangesloten, zie afbeelding A. De afbeelding toont de
aansluiting van 3 lampen op verschillende buitenleiders. De verdere
aansluiting geschiedt op analoge wijze. Aansluitschema B toont de
combinatie van het relaisstation met een toetssensor AC/DC 24V 20 mA.
Als alternatief kunt u ook mechanische drukcontacten toepassen, b.v.
534U. De schakelingangen van het relaisstation E1 – E8 verbindt u met
de uitgangen 1 - 8 van de toetssensor (b.v. art.-nr. ..2248..). Afbeelding B
toont een voorbeeld van de aansluiting. De verdere aansluiting geschiedt
op analoge wijze. De LED ingangen 1 - 8 van de toetssensor verbindt
met de uitgangsklemmen A1' – A8' (DC 24 V, 10 mA) van he
relaisstation. Afbeelding B toont een voorbeeld van de aansluiting. De
verdere aansluiting geschiedt op analoge wijze. De LEDs van de
toetssensor signaleren in dat geval de schakeltoestand van de relais.
relaiscontact gesloten LED brandt
relaiscontact geopend LED uit
Sluit de 24 V gelijkspanningsuitgang (4) van het relaisstation correct
gepoold op de totessensor aan, zie afbeelding B
Aanwijzing:
Wanneer er op de gelijkspanningsuitgang een kortsluiting optreedt,
is geen bediening via de toetssensor meer mogelijk.
schakelen de relais even (ca. 1 s) uit
Relaisstation 8-voudig
Art.-nr.: RS 8 REG
2