4 De TV instellen
Beeld- en geluidsinstellingen
wijzigen
Assistent bij het instellen
NonPu blish
Gebruik de 'Assistent bij het instellen' om u
te begeleiden bij de instellingen voor beeld
en geluid.
1. Druk tijdens het televisiekijken op
2. Selecteer [Configuratie] > [Snelle beeld-
en geluidsinstelling] en druk vervolgens op
OK.
3. Selecteer [Start] en druk op OK.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de
instellingen van uw voorkeur te kiezen.
Smart beeld-instellingen
Gebruik het Experience-menu [Smart beeld]
om toegang te krijgen tot veelgebruikte
beeldinstellingen.
1. Druk tijdens het televisiekijken op
2. Selecteer [Smart beeld] en selecteer
daarna een van de volgende instellingen:
[Persoonlijk]: hiermee stelt u de TV in
op uw persoonlijke voorkeuren die zijn
ingesteld in de [Beeld]-menu's onder
[Configuratie].
[Intens]: uitgebreide en dynamische
instellingen, ideaal voor gebruik bij
daglicht.
[Natuurlijk]: een natuurlijke
beeldinstelling.
[Cinema]: ideale instellingen voor het
kijken naar films.
[Spel]: ideale instellingen voor games.
[Energie sparen]: de meest
energiebewuste instellingen.
[Standaard]: hiermee past u de
beeldinstellingen aan zodat ze passen bij
de meeste omgevingen en soorten
video. Standaardinstellingen
[Foto]: ideale instellingen voor het
kijken naar foto's.
[Gewenst]: hiermee kunt persoonlijke
beeldinstellingen aanpassen en opslaan.
NL
34
3. Druk op OK om uw keuze te bevestigen.
4. Druk op
Meer beeldinstellingen
NonPu blish
1. Druk op
2. Selecteer [Configuratie] >
[TV-instellingen] > [Beeld] en druk
vervolgens op OK.
3. Selecteer de instelling die u wilt aanpassen:
.
.
om het menu te sluiten.
.
[Smart beeld]: hiermee opent u de
vooraf ingestelde instellingen voor
Smart beeld.
[Terugstellen]: hiermee herstelt u de
fabrieksinstellingen.
[Contrast]: hiermee past u de
intensiteit van lichte gebieden aan en
blijven donkere gebieden onveranderd.
[Helderheid]: hiermee past u de
intensiteit en details van donkere
gebieden aan.
[Kleur]: hiermee past u de verzadiging
aan.
[Kleurschakering]: hiermee
compenseert u kleurvariaties in met
NTSC gecodeerde uitzendingen.
[Scherpte]: hiermee past u de scherpte
van het beeld aan.
[Ruisreductie]: hiermee wordt de ruis
in het beeld gefilterd en onderdrukt.
[Tint]: hiermee past u de kleurbalans
van een beeld aan.
[Gewenste tint]: hiermee past u de
tintinstelling aan.
[Pixel Plus HD]/[Pixel Precise HD]:
hiermee geeft u geavanceerde
instellingen weer, zoals [HD Natural
Motion], [100 Hz Clear LCD],
[Geavanceerde scherpte], [Dynamisch
contrast], [Dynamische
achtergrondverlichting], [MPEG
artefact-reductie], [Kleurverbetering]
en [Gamma].