4.2 BATTERIJ CAPACITEIT INDICATOR
Druk op de schakelaar voor de batterijcapaciteitsindicator . De batterijcapaciteitsindicator toont de
laadtoestand van de batterij met behulp van 4 LED's zoals hieronder aangegeven:
Alle 4 de LED's branden:
De batterij is volledig opgeladen.
3 LED's branden:
De batterij heeft ongeveer 75% resterende lading.
2 LED's branden:
De batterij heeft ongeveer 50% resterende lading.
1 LED brandt:
De batterij zal spoedig leeg zijn, laad de batterij op.
4.3 LAADINDICATOR
Status van de
indicator
5. ONDERHOUD EN OPSLAG
5.1 ONDERHOUD
De batterijen zijn ontworpen voor een maximale probleemloze levensduur. Zoals alle batterijen
zullen ze echter uiteindelijk verslijten. Haal de batterijen NIET uit elkaar en probeer ze niet te
vervangen. Het hanteren van deze batterijen, vooral wanneer u ringen en juwelen draagt, kan
ernstige brandwonden veroorzaken.
Voor een zo lang mogelijke levensduur van de batterij dient u deze uit de lader te halen zodra deze
volledig is opgeladen en klaar is voor gebruik.
5.2 OPSLAG
Bewaar de accu op een plaats waar de temperatuur lager is dan 27°C.
Bewaar accu's in "opgeladen" toestand (minimaal 30%-50% opgeladen).
Klaar voor gebruik
De lader is aangesloten op het lichtnet en is klaar voor gebruik; er zit geen
accu in de lader.
Opladen
De lader laadt de accu op in de laadmodus.
De accu is volgeladen.
Het opladen is klaar en de accu zit in de lader.
De temperatuur van de batterij is te hoog of te laag, de lader is onder
beschermingsstatus. De laadfunctie kan worden hersteld nadat de
temperatuur normaal is.
Onherstelbare batterijstoring.
Verklaringen en acties
09
(FIG.1)