Inhoudsopgave
Advertenties
WAARSCHUWINGEN
Geeft een mogelijke gevaarlijke situatie aan die kan leiden tot ernstig letsel of de
dood indien de situatie niet wordt vermeden.
» Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik bij levensondersteunende apparaten/systemen.
» Als men deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen niet naleeft, kan dit leiden tot schade
aan het apparaat en het welzijn van de patiënt en/of verzorgend personeel in gevaar brengen.
» Als u dit apparaat niet op de correcte wijze gebruikt, is het mogelijk dat de zuurstofwaarden
en stroom niet nauwkeurig zijn, wat kan leiden tot een onjuiste behandeling, hypoxie
of hyperoxie of andere verwondingen of ongemak. Volg de procedures die in deze
gebruikershandleiding werden omschreven.
» Gebruik het apparaat niet in de buurt van vlammen of ontvlambare/ontplofbare substanties,
dampen of atmosfeer. De zuurstofanalysator in dergelijke omgevingen gebruiken kan tot
brand of explosie leiden.
» Niet voor gebruik in een MRI-omgeving.
» Dit apparaat, in zijn geheel (inclusief elektronica), is niet geschikt voor gebruik in de
aanwezigheid van een ontvlambare anesthetisch mengsel, of in een atmosfeer van
explosieve gassen. De zuurstofanalysator in dergelijke omgevingen gebruiken kan tot
brand of explosie leiden.
» Als het O
% begint af te wijken van de ingestelde waarde, controleer of de zuurstofbril op de
2
patiëntinterface niet door sputum of het septum nasi wordt afgesloten. Beperking van de
toevoer naar het circuit of patiëntinterface zal ervoor zorgen dat het zuurstofniveau daalt.
Toevoerbeperkingen in een later stadium van het venturi-apparaat zullen niet door de
debietmeter worden opgemerkt.
» Dit apparaat is niet uitgerust met een alarm voor onderbreking van de zuurstoftoevoer.
» Laat de zuurstofwaarden stabiliseren voordat u het zuurstofgehalte aanpast.
» Dit apparaat is niet uitgerust met een alarm voor hoge en lage zuurstofwaarden.
» Laat overtollige slangen niet in de buurt van het hoofd of de nek van de patiënt liggen, aangezien
dit kan leiden tot beknelling.
» Gebruik enkel de Maxtec-vervangingssensoren. Het gebruik van om het even welke andere
sensor zal de garantie laten vervallen en kan leiden tot schade aan het product, defect van het
product, incorrecte behandeling van de patiënt, hypoxie of hyperoxie.
» Sluit geen bevochtigingsapparaat of een andere gasbron aan de inlaat van de kamerlucht. Het
moet altijd voorzien worden van een filter die in de lijst met wegwerpartikels wordt vermeld (zie
pagina 6). De inlaatfilter vermijdt dat er contaminatie uit de omgeving wordt aangezogen en dempt
het venturi-geluid. Vervang deze filter zo vaak als aangeduid op de verpakking van de filter.
» Als u dit apparaat samen met een zuurstoffles onder druk gebruikt, dan kan dit leiden tot
onnauwkeurige waarden van het zuurstofgehalte, indien deze aan meer dan 40 LPM en met een
hoog zuurstofgehalte wordt gebruikt. Als de tank onder hoge druk staat, dan kan dit leiden tot een
afnemende temperatuur van de zuurstoftoevoer, wat de nauwkeurigheid van de zuurstofsensor
beïnvloedt. Het wordt aanbevolen om het apparaat aan te sluiten met een lange toevoerleiding.
Gebruik indien mogelijk een toevoerleiding van 4,5 m — Maxtec P/N (R127P35).
» Gebruik enkel 100% zuurstofgas op de inlaat van dit apparaat.
» Gebruik bovenstaande circuits enkel met een goedgekeurde verwarmingsbasis die in hun
gebruiksinstructies wordt vermeld.
» Probeer de binnenzijde van de debietmeter niet te reinigen. Als u een storing bij de werking van de
debietmeter opmerkt, of afval of contaminatie in de debietmeter opmerkt, of de drijver zit vast in de
toevoerleiding, staak dan onmiddellijk het gebruik en stuur het apparaat naar Maxtec voor onderhoud.
» Installeer de sensor nooit op een andere plaats dan in zijn poort op het apparaat.
Sensorwaarschuwingen
» De Maxtec MAX-250 zuurstofsensor is een afgesloten apparaat dat een middelmatig zuur
elektrolyt, lood (Pb) en loodacetaat bevat. Lood en loodacetaat zijn gevaarlijke stoffen en moeten
correct worden verwijderd, of teruggebracht worden naar Maxtec voor correcte verwijdering of
recyclage.
» Gebruik geen ethyleenoxidesterilisatie. Dompel de sensor niet in een schoonmaakproduct,
autoclaaf of stel de sensor niet bloot aan hoge temperaturen.
» De sensor na kalibrering laten vallen of bekrassen kan het kalibreringspunt laten verschuiven
zodat hij opnieuw moet worden gekalibreerd.
II
866.4.Maxtec
www.maxtec.com
Advertenties
Inhoudsopgave
