Voorwaarden voor de installatie
4
Voorwaarden voor de installatie
De installatie, elektrische aansluiting, gasin-
stallatie, aansluiting van aan- en afvoerpijpen
en de eerste start mogen uitsluitend door een
erkende installateur worden uitgevoerd.
De geiser mag alleen worden verkocht in lan-
den zoals genoemd op het typeplaatje.
Het gebruik van deze verwarmingen bij een
wateraanvoerdruk van minder dan 0,5 bar
wordt afgeraden.
4.1
Belangrijke informatie
V Neem voor de installatie contact op de gasleverancier
in verband met de huidige wetgeving op het gebied van
gasgeisers en de ventilatie ter plaatse.
V Installeer een gasafsluitkraan zo dicht mogelijk bij de
geiser.
V Na aansluiting op de hoofdgasleiding moet de geiser
zorgvuldig worden gereinigd en getest op lekkage,
zodat schade door een te hoge druk op de gasregel-
klep wordt voorkomen; dit moet worden uitgevoerd ter-
wijl de gasklep is gesloten.
V Zorg dat het geïnstalleerde geiser geschikt is voor het
type gas dat wordt geleverd.
V Zorg dat de doorstroming en drukken voor de geïnstal-
leerde regelaar geschikt zijn voor het gebruik van de
geiser (zie de technische gegevens in de tabel 4).
4.2
Keuze van de locatie voor de
installatie
Advies m.b.t. de locatie
– Installeer de geiser niet in ruimtes waar het vrije volume
3
minder is dan 8 m
(exclusief het volume van het meu-
bilair, vooropgesteld dat dit niet meer is dan 2 m
– Neem de specifieke regels van het betreffende land in
acht.
– Monteer de geiser op een goed geventileerde plaats,
waar het niet wordt blootgesteld aan temperaturen
onder 0 °C en op een plaats waar een afvoerpijp voor
het verbrandingsgas is aangebracht.
– De verwarming mag niet boven een andere warmte-
bron worden geïnstalleerd.
– Om corrosie te vermijden, mogen producten zoals
oplosmiddelen, inkt, brandbare gassen, lijm of afwas-
middelen, die halogeenkoolwaterstoffen bevatten
evenals alle andere producten die corrosie kunnen ver-
oorzaken, niet in de nabijheid van het luchtinlaatrooster
worden bewaard.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie-instructie • Nefit Geiser • uitgave 10/2007
– Houd rekening met de minimale afstanden voor de
installatie zoals aangegeven in afb. 7
Bij gevaar voor bevriezing:
V zet de geiser uit.
V reinig de geiser (zie hoofdstuk 7.3).
Afb. 7
Minimale afstanden (cm)
Verbrandingslucht
– Het is van het grootste belang dat boilers worden aan-
gesloten op een geschikte rookgasafvoer met een gas-
dichte aansluiting.
– De schoorsteen moet:
– verticaal verlopen (beperk horizontale delen tot een
minimum of sluit deze helemaal uit)
– thermisch geïsoleerd zijn
– een uitgang hebben die uitsteekt boven het hoogste
3
).
punt van het dak
– In de rookgasaansluiting moet een passende flexibele
of starre pijp worden aangebracht. De uitwendige dia-
meter van de pijp mag slechts iets smaller zijn dan de
afmetingen zoals gespecificeerd in de matentabel van
de geiser.
– Op het uiteinde van de pijp moet een wind-/regenkap
worden aangebracht.
Voorzichtig:
Zorg dat het uiteinde van de afvoerpijp tus-
sen de richel en de ring van de rookgasafvoer
wordt geplaatst.
Indien niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan,
dient een andere locatie te worden gekozen.
4
Nefit B.V.
11