2 Algemene veiligheidsmaatregelen
▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd
wordt.
Corrosie
gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat
lekken.
▪ In badkamers.
▪ Op plaatsen onderhevig aan vorst. De omgevingstemperatuur
rond de binnenunit moet >5°C bedragen.
2.2.3
Elektrisch
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel de elektrische voeding volledig UIT vooraleer u
het deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische
bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 10 minuten
uit en meet de spanning aan de aansluitklemmen van
de condensatoren van de hoofdkring of elektrische
onderdelen vooraleer u een onderhoud uitvoert. De
spanning MOET minder dan 50 V DC zijn vooraleer u
elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het
bedradingsschema
aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een
ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit
nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar
MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient
het contact van alle polen volledig te verbreken en te
voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie-
III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden.
▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het
product
meegeleverd
uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact
(kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt
uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander
toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer
zeker
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of
dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen
hoogfrequente
elektrische
aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
Installatiehandleiding
4
aan
de
koperleidingen
voor
de
plaats
van
de
bedradingsschema
worden
de
vereiste
zekeringen
ruis),
zodat
de
VOORZICHTIG
of
▪ Bij het aansluiten van de voeding: sluit eerst de
aardingskabel aan vóór de stroomvoerende draden
worden aangesloten.
▪ Bij het losmaken van de voeding: maak eerst de
stroomvoerende draden los vóór de aarding wordt
losgemaakt.
▪ De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting
van de voedingskabel en de klemmenstrook moet
zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak
zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de
voedingskabel
trekontlasting.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen
voedingsbedrading:
▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op
de klemmenstrook voor de voeding (speling in de
voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte,
volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
▪ Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze
stevig aan, borg ze vervolgens zodat er van buiten
geen
druk
uitgeoefend.
▪ Gebruik een passende schroevendraaien voor het
vastdraaien van de schroeven van de klemmen. Met
een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de
schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast
kunt draaien.
▪ Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt
u ze breken.
Leg de stroomtoevoerkabels op minstens 1 m afstand van
televisietoestellen en radio's om geen interferenties te hebben.
Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van 1 m soms
niet.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de
elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig
is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren
of
en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in
bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit
tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde
fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere
onderdelen stuk gaan.
wordt
losgetrokken
van
bij
het
leggen
op
het
klemmenbord
kan
EKMBDXB7V1
Modbus Interface DIII
4P635058-1 – 2020.10
de
van
worden