3.2. De batterijen plaatsen
Het apparaat kan ook worden gebruikt op batterijstroom. Hiervoor maakt het apparaat gebruik van 8 batterijen
(UM-2 / C).
Let op: deze batterijen zijn niet bijgeleverd.
Batterijen zijn niet nodig voor normale werking.
Indien u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijder dan de batterijen.
Batterijen plaatsen
Verwijder de deksel van de batterijhouder.
Plaats de batterijen in overeenstemming met de (+) en (-) polariteitsmarkeringen.
Plaats de deksel weer terug.
VOORZICHTIG Verkeerde plaatsing van batterijen kan lekkage van of roestvorming op de batterijen veroorzaken
en het apparaat beschadigen. In geval van roestvorming, oxidatie, lekkende batterijen en andere soortgelijke
defecten waarbij geleidelijk zuur wordt gevormd, komt de garantie te vervallen.