temperatuur
Menu
1.1
Indien de woning meerdere afgiftesys-
temen heeft, wordt dit met een ther-
mometer voor elk systeem aangege-
ven op het display.
Als de warmtepomp een accessoire
voor koeling of ingebouwde koelfunc-
tie heeft, wordt dit weergegeven op
het display met een extra tabblad.
Stel de temperatuur (met geïnstal-
leerde en geactiveerde ruimtevoe-
lers):
Instelbereik: 5 - 30 °C
Standaardwaarde: 20
De waarde in het display wordt weergegeven als een temperatuur in °C
indien het verwarmingssysteem wordt geregeld door een ruimtevoeler.
Gebruik de selectieknop om de kamertemperatuurinstelling te wijzigen
in de gewenste temperatuur op het display. Bevestig de nieuwe instelling
met een druk op OK [OK]. De nieuwe temperatuur wordt weergegeven
aan de rechterkant van het symbool in het display.
Instellen van de temperatuur (zonder geactiveerde ruimtevoelers):
Instelbereik: -10 tot +10
Standaardwaarde: 0
Het display geeft de instelwaarden voor verwarming weer (verschuiving
stooklijn). Verhoog of verlaag de waarde op het display om de binnentem-
peratuur te verhogen of te verlagen.
Gebruik de selectieknop om een nieuwe waarde in te stellen. Bevestig de
nieuwe instelling met een druk op OK [OK].
Het aantal stappen dat de waarde moet worden gewijzigd voor een graad
verschil in de binnentemperatuur hangt af van de verwarmingsinstallatie.
Eén stap is normaliter voldoende, maar in sommige gevallen kunnen
meerdere stappen nodig zijn.
De gewenste waarde instellen. De nieuwe waarde wordt weergegeven
aan de rechterkant van het symbool in het display.
26
Hoofdstuk 3 |
F1145 – tot uw dienst
NIBE™ F1145