∫ Het veranderen van Mijn scènefunctie
1
Op [MODE] drukken, het derde item van boven selecteren
en op [MENU/SET] drukken.
2
Op [MENU/SET] drukken om het menuscherm af te beelden.
3
Druk op 3 om [
• Voor details over het schakelen van menu's,
4
Op 3/4/2/1 drukken om het gewenste scènemenu te kiezen.
5
Op [MENU/SET] drukken om in te stellen.
∫ Over de informatie
• Als u op [DISPLAY] drukt terwijl u een Scènefunctie selecteert, wordt er uitleg afgebeeld over
elke Scènefunctie. (Als u weer op [DISPLAY] drukt, keert het scherm terug naar het menu van
de Scènefunctie.)
Het selecteren van de scènefunctie voor elke opname (Scènefunctie)
In [SCÈNE MODE], kunt u de scènefunctie selecteren elke keer dat u een opname maakt.
1
In stap
, [SCÈNE MODE] selecteren en op [MENU/SET] drukken.
2
2
Op 3/4/2/1 drukken om de scènefunctie te kiezen en vervolgens op [MENU/
SET] drukken om in te stellen.
• Het opnamescherm voor de geselecteerde scènefunctie zal afgebeeld worden.
Aantekening
• Om de scènefunctie te veranderen, op [MENU/SET] drukken en vervolgens op 1 drukken en
terugkeren naar stap
• De flitsinstelling van de scènefunctie wordt weer op de begininstelling gezet wanneer de
scènefunctie veranderd wordt.
• Wanneer u een opname maakt met een scènefunctie dat niet geschikt is voor dat doeleinde,
kan de tint van het beeld verschillen van de werkelijke scène.
• De volgende items kunnen niet ingesteld worden in de scènefunctie omdat het toestel ze
automatisch op de optimale instelling zet.
– [SLIMME ISO]
– [GEVOELIGHEID]
– [KLEURFUNCTIE]
• Sluitertijd voor scènefuncties met uitzondering van [SPORT], [NACHTPORTRET], [NACHTL.
SCHAP], [KAARSLICHT], [BABY1]/[BABY2], [HUISDIER], [FLITS-BURST],
[STERRENHEMEL] en [VUURWERK] zullen van 1/8ste van een seconde tot 1/2000ste van
een seconde zijn.
Gevorderd (Opname van beelden)
] te kiezen, schakel menu's en druk op 1.
¿
.
3
P21
raadplegen.
- 59 -