Uw bewerkingen opslaan
Uw bewerking worden niet opgeslagen in het instrument of effect, tenzij u deze specifiek opslaat.
Ga als volgt te werk, als u de door u doorgevoerde wijzigingen wilt opslaan.
Een bewerkt instrument overschrijven-opslaan
1.
Druk tegelijkertijd op de knop [1 PITCH] en de knop [2 DECAY]. De knoppen [1 PITCH]–[4 VOLUME] en de encoder zijn groen
verlicht en de knop [5 EFFECT] is rood verlicht.
2.
Druk op de knop [5 EFFECT]. De encoder knippert rood.
3.
Om de door u doorgevoerde wijzigingen te overschrijven-op te slaan, drukt u op de encoder.
Als u wilt annuleren zonder te overschrijven, druk dan lang op de knop [5 EFFECT].
Een bewerkt effect overschrijven-opslaan
1.
Druk tegelijkertijd op de knop [3 BEND] en de knop [4 VOLUME]. De knoppen [1 PITCH]–[4 VOLUME] en de encoder zijn geel
verlicht en de knop [5 EFFECT] is rood verlicht.
2.
Druk op de knop [5 EFFECT]. De encoder knippert rood.
3.
Om de door u doorgevoerde wijzigingen te overschrijven-op te slaan, drukt u op de encoder.
Als u wilt annuleren zonder te overschrijven, druk dan lang op de knop [5 EFFECT].
U kunt uw bewerkingen ook opslaan onder een ander instrumentnummer of effectnummer. Zie voor bijzonderheden de "Referentie-
gids" (pdf). Voor instructies over het downloaden van de referentiegids, raadpleeg dan het einde van deze handleiding.
14
14