Inhoudsopgave
Advertenties
b.
Tijdens de hijswerkzaamheden
Let op dat de haak niet te hoog opgetrokken wordt. Denk eraan dat de haak naar
boven gaat bij het telescoperen van de giek. Indien de hijshaak in contact komt met
de giektop kan dit schade veroorzaken aan de hijskabel of de kabelschijven. Hierdoor
kan de last loskomen en vallen.
Bedien de hendels langzaam en gelijkmatig.
Zwenk langzaam. Vlug zwenken veroorzaakt schommelen van de last. De toename
van de vlucht die hierdoor ontstaat kan leiden tot stabiliteitsproblemen.
Pas het toerental van de motor aan in functie van de te hijsen last en de uit te voeren
bewegingen.Te laag toerental kan de motor doen schokken waardoor de last gaat
schommelen.
Hijs nooit een zwaardere last dan toegelaten. Overbelasting kan leiden tot schade,
ongevallen, zelfs verwondingen met dodelijke afloop.
Trek of sleep nooit een last met de kraan. Dit kan leiden tot kantelen van de kraan of
zware schade aan de kraanstructuur.
Voer altijd een proefhijs uit. Hijs de last ongeveer 50 mm van de vloer en controleer
de juiste positie van de last en het hijstoebehoren alvorens de hijsoperatie te starten.
Stop bij het vieren van een last altijd ongeveer 100 mm boven de vloer en vier deze
afstand traag en oplettend.
Verlaat nooit een kraan met last in de haak.
Hijs nooit personen met de haak of gezeten op de last.
Ga nooit onder een hijslast staan.
Vermijd dat de hijskabel slap komt te hangen bij het vieren van de last op de grond of
bij het intrekken van de giek. Hierdoor komt de kabel los te liggen op de trommel.
Hierdoor zal de kabel onregelmatig oprollen en zal zijn levensduur drastisch
verkorten. Indien dit voorkomt trek dan handmatig aan de kabel en hijs traag, er zorg
voor dragend dat de kabel gelijkmatig oprolt totdat de haak (of last) vrijkomt van de
vloer.
Controleer of er altijd minimum drie trommelomwentelingen van de hijskabel op de
trommel blijven. Het kan gebeuren dat er minder omwentelingen hijskabel op de
trommel blijven wanneer onder vloerniveau gehesen wordt, bijvoorbeeld van op een
dak of in een ondergrondse schacht.
Stop met werken met de kraan als de hydraulische olie temperatuur boven de 80°C
komt. Te hoge temperaturen kunnen defecten aan afdichtingen veroorzaken
waardoor hete olie op hoge druk uitgespoten kan worden.
c.
Bij het einde van hijswerkzaamheden
Controleer of giek, afstempeling en hijshaak correct geborgen werden alvorens te
verrijden.
Voer geen onderhoud of herstellingen uit aan de machine alvorens de hydraulische en
rijolie voldoende afgekoeld zijn.
www.duma-rent.com
14
Advertenties
Inhoudsopgave
