Gebruik van het Radio Data Systeem (vervolg)
AN-GR500H
NEDERLANDS
Gebruiken van het Auto Station Program
Memory (ASPM)
Tijdens de ASPM-functie zoekt de tuner automatisch nieuwe RDS-
zenders. Er kunnen maximaal 40 zenders worden vastgelegd.
Als u al een paar zenders in het geheugen heeft gezet, zal het aantal
nieuwe zenders dat u kunt opslaan minder zijn.
1
Druk op de toets TUNER en kies de FM stereo-
frequentieband.
2
Houd de knop RDS ASPM gedurende ten minste 3
seconden ingedrukt.
1 Nadat gedurende ongeveer 4 seconden "ASPM" geknip-
perd heeft, begint het zoeken (87,50 - 108,00 MHz).
2 Wanneer er een RDS-zender wordt gevonden, zal de
aanduiding "RDS" korte tijd getoond worden en zal de
zender in het geheugen worden opgeslagen.
3 Na het zoeken, worden de nummers van de zenders, die in
het geheugen opgeslagen zijn, gedurende 4 seconden in de
display getoond en daarna verschijnt gedurende 4
seconden "END".
N-25
Voortijdig stoppen van de ASPM-functie:
Druk op de toetsen RDS ASPM, terwijl het toestel naar zenders zoekt.
De reeds in het geheugen opgeslagen zenders worden hier bewaard.
Opmerkingen:
Als dezelfde zender op verschillende frequenties uitzendt, zal de
sterkst doorkomende frequentie in het geheugen worden opgeslagen.
Een zender met dezelfde frequentie als een reeds in het
geheugen opgeslagen zender zal niet worden opgeslagen.
Als er reeds 40 zenders in het geheugen zijn opgeslagen, zal het
scannen worden afgebroken. Als u wenst, de ASPM-functie opnieuw
uit te voeren, dient u het voorkeurgeheugen eerst te wissen.
Indien in het geheugen geen zender opgeslagen is, verschijnt,
gedurende ongeveer 4 seconden, "END" in de display.
Als de RDS-signalen zeer zwak zijn, is het mogelijk dat de naam van
de zender in kwestie niet in het geheugen kan worden opgeslagen.
De complete inhoud uit het voorkeurgeheugen verwijderen:
1 Houd de toets CLEAR ten minste 4 seconden ingedrukt.
2 Druk binnen 10 seconden op de toets MEMORY.
Nadat deze procedure voltooid is, is de complete informatie uit
het voorkeurgeheugen verwijderd.
Een zendernaam opnieuw opslaan, indien de verkeerde naam in
het geheugen werd opgeslagen:
Het kan soms onmogelijk zijn, zendernamen in het geheugen op te
slaan d.m.v. de ASPM-functie, indien veel ruis voorhanden of het
signaal van de zender te zwak is. Ga in dit geval als volgt te werk.
1 Druk op de toets PRESET ( of ) toets, om te controleren of de
namen correct zijn.
2 Wanneer u bij ontvangst van een zender een verkeerde naam
vaststelt, moet u zolang wachten totdat de correcte naam
verschijnt. Druk dan op de toets MEMORY.
3 Druk binnen 5 seconden op de toets MEMORY, terwijl het
nummer van het voorkeurkanaal knippert.
De nieuwe zendernaam is nu correct in het geheugen opgeslagen.
Opmerkingen:
U kunt dezelfde zendernaam opslaan in verschillende kanalen.
Het is mogelijk dat de zendernamen tijdelijk afwijken in bepaalde
gebieden of gedurende bepaalde perioden.