4.7 Ventielen plaatsen
Gebruik bij voorkeur Orcon toevoer en afvoer ventielen. Bij het plaatsen van de toe- en
afvoerventielen dient er rekening gehouden te worden met de volgende punten:
• De plaats van de toevoerventielen zodanig kiezen dat vervuiling en tocht worden
voorkomen.
• De luchtsnelheid in het kanaal nabij een toevoerventiel dient zo laag mogelijk te
zijn en mag niet boven de 3 m/s komen.
• Plaats de toevoerventielen niet te dicht in de buurt van een wand om vervuiling te
voorkomen, houdt bij voorkeur een afstand van minimaal 0,5 m aan.
• Houdt bij de selectie van ventielen rekening met geluidsproductie en de
gecalculeerde luchtvolumestroom. Raadpleeg hierbij de productgegevens van de
fabrikant. Om de weerstand te beperken raden we aan om enkel ventielen gelijk
aan of groter dan ø125 mm te gebruiken
• Zorg ervoor dat de toe- en afvoerventielen minimaal 1,5 m van elkaar zijn
verwijderd zodat de luchtstromen niet met elkaar in contact kunnen komen.
• Maximaal debiet per afvoerventiel (125mm): 75 m
• Maximaal debiet per toevoerventiel (125mm): 50 m
22
3
/h
3
/h