GEVAREN VAN MISBRUIK VAN APPARATUUR
Door verkeerd gebruik kan de apparatuur scheuren of defect raken, wat kan leiden tot ernstig letsel.
INSTRUCTIES
D Deze apparatuur is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
D Lees alle bedieningsvoorschriften, typeplaatjes en labels, voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
D Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de toepassing waarvoor ze bedoeld is. Als u twijfelt, bel dan
uw Graco-dealer.
D Breng geen wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan. Gebruik uitsluitend Graco-onderdelen
en toebehoren.
D Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen meteen.
D Ga voorzichtig om met slangen. Trek niet aan slangen om apparatuur te verplaatsen.
D Leg slangen zo dat ze niet in de buurt kunnen komen van transportmiddelen, scherpe randen, bewegende
delen of hete oppervlakken. Graco-slangen mogen niet worden blootgesteld aan temperaturen boven 66_C
of onder –40_C.
D Houd u aan alle van toepassing zijnde plaatselijke en landelijke voorschriften van de brandweer, van
de elektriciteitsmaatschappij, en aan overige veiligheidsvoorschriften.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
Slechte aarding, onvoldoende ventilatie, open vuur of vonken kunnen gevaarlijke situaties geven, wat kan leiden
tot brand, explosies en zware verwondingen.
D Aard de apparatuur. Zie Aarding op bladzijde 4.
D Als u ook maar ergens vonken door statische elektriciteit opmerkt, of als u een elektrische schok voelt terwijl
u het apparaat gebruikt, moet u meteen ophouden met spuiten. Gebruik het apparaat niet meer, totdat
de oorzaak is vastgesteld en verholpen.
D Zorg voor ventilatie met verse lucht, om te voorkomen dat brandbare dampen blijven hangen afkomstig uit
oplosmiddelen of uit de afgegeven vloeistof.
D Houd het spuitgebied vrij van afval, ook van oplosmiddel, poetslappen of benzine.
D Haal, voordat u deze apparatuur gaat gebruiken, de stekkers van alle apparatuur in het werkgebied uit
de stopcontacten.
D Doof, voordat u deze apparatuur gaat gebruiken, al het open vuur en waakvlammen in het werkgebied.
D Niet roken in het afgiftegebied.
D Schakel geen licht aan of uit in de werkruimte terwijl gewerkt wordt, of terwijl nog dampen aanwezig zijn.
D Gebruik geen benzinemotor in het werkruimte.
WAARSCHUWING
306586
3