TECHNISCHE KLANTENSERVICE
TECHNISCHE KLANTENSERVICE
15 INBEDRIJFSTELLING
Alvorens de boiler te starten en de werking te testen eerst beslist
controleren of:
− Alle aansluitingen en leidingen goed zijn afgedicht, de
installatie gevuld is en volledig ontlucht
− Mogelijke hydraulische aansluitingen op de gekoppelde
ketel en zonnewarmtewisselaar correct zijn uitgevoerd
− Het eventuele zonnecircuit goed gespoeld is en eventu-
eel gevuld is met een mengsel van water-glycol en de
installatie bovendien ontlucht is
− De elektrische aansluitingen van eventuele accessoires
correct zijn uitgevoerd
− De aangesloten warmtegenerator in bedrijf stellen zoals
vermeld staat in de desbetreffende handleiding.
Controleer na het starten of:
− De in de installatie geplaatste vulpompen in de goede
richting en vrij kunnen draaien
− De circuits volledig ontlucht zijn
− De warmtegenerator uitschakelt wanneer de hoofdscha-
kelaar van het systeem op "Uit" wordt gezet.
Wanneer er aan alle voorwaarden is voldaan het systeem op-
nieuw starten en de prestaties controleren.
16 ONDERHOUD
Periodiek onderhoud, dat van fundamenteel belang is voor de
veiligheid, prestaties en levensduur van het bufferreservoir, ver-
laagt het verbruik en zorgt ervoor dat het apparaat op den duur
goed blijft werken. Onderhoud aan het bufferreservoir moet
minstens eenmaal per jaar uitgevoerd worden door de Techni-
sche Klantenservice of door gekwalificeerde vakmensen.
Ga als volgt te werk alvorens onderhoud van welke aard dan
ook te verrichten:
− Zet de hoofdschakelaar van de installatie en die op het
bedieningspaneel (indien voorzien) op "uit" om de
stroom naar eventuele componenten van het hydrau-
lisch circuit en de gekoppelde warmtegenerator uit te
schakelen
− Draai de afsluitkranen van de installatie dicht
− Laat het bufferreservoir leeglopen.
17 REINIGEN VAN HET BUFFERRESERVOIR
BUITENKANT
Maak de buitenbekleding schoon met een met zeepsop be-
vochtigde doek. Bij hardnekkige vlekken de doek bevochtigen
met een 50%-mengsel van water en spiritus of gebruik ma-
ken van specifieke producten. Daarna het bufferreservoir goed
droogwrijven.
0
Maak geen gebruik van schuurmiddelen, benzine of
trichlooretheen.
Technische Klantenservice
12