De batterij plaatsen/verwijderen
De batterij plaatsen (PA-BT-003)
1.
Zet de vergrendeling van het batterijdeksel in de stand Ontgrendeld en
open vervolgens het batterijdeksel.
2.
Plaats de batterij zodanig in het batterijvak dat deze op zijn plaats
vastklikt. Zorg dat het contactpunt van de batterij naar voren wijst en de
batterij is geplaatst zoals aangegeven. Gebruik NIET veel kracht om de
batterij te plaatsen.
1
Batterijklep
3.
Sluit het batterijdeksel en zet de vergrendeling van het batterijdeksel
terug naar de stand Vergrendeld.
De batterij verwijderen
1.
Zet de vergrendeling van het batterijdeksel in de stand Ontgrendeld en
open vervolgens het batterijdeksel.
2.
Verwijder de batterij terwijl u de batterijvergrendeling ingedrukt houdt.
3.
Sluit het batterijdeksel en zet de vergrendeling van het batterijdeksel
terug naar de stand Vergrendeld.
1
De batterij opladen
1.
Controleer of de oplaadbare li-ionbatterij in de printer is geplaatst.
2.
Gebruik de bijbehorende Brother-netspanningsadapter en het netsnoer
om de printer op een stopcontact aan te sluiten (zie De batterij opladen
met de netspanningsadapter (PA-AD-600) (optioneel)), of gebruik de
compatibele Brother-autolader om de printer op een spanningsbron voor
gelijkstroom aan te sluiten (zie De batterij opladen met de autolader
(optioneel)).
3.
Het LED-lampje brandt oranje als de batterij wordt opgeladen.
Als de oplaadbare li-ionbatterij volledig is opgeladen, gaat het LED-lampje
uit (als de printer is uitgeschakeld) of gaat het lampje groen branden (als
de printer is ingeschakeld). Haal de netspanningsadapter of autolader los
van de gelijkstroom-connector van de batterij.
Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
De batterij opladen met de netspanningsadapter (PA-AD-600)
(optioneel)
1.
Controleer of de oplaadbare li-ionbatterij in de printer is geplaatst.
2.
Open het deksel van de interface en sluit de netspanningsadapter aan
op de printer.
3.
Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter.
4.
Steek de stekker van het netsnoer in een stopcontact (100-240 V
wisselstroom 50-60 Hz).
1
Netspanningsadapter
2
Netsnoer
De batterij opladen met de autolader (optioneel)
Sluit de printer aan op de 12 V-stroomaansluiting (bijvoorbeeld een
sigarettenaansteker) van uw auto om de oplaadbare batterij op te laden.
1.
Controleer of de oplaadbare li-ionbatterij in de printer is geplaatst.
2.
Sluit de autolader aan op een 12 V-contact in de auto.
3.
Open het deksel van de interface en sluit de autolader aan op de printer.
1
Autolader
De batterij opladen met de batterijlader (optioneel)
De optionele batterijlader kan ook worden gebruikt om de batterij op te laden
als die niet in de printer is geplaatst. Kijk voor meer informatie in de
bedieningshandleiding van de batterijlader.
1
2
1