De tandwieloverbrenging
smeren
Onderhoudsinterval: Jaarlijks
1. Veeg de smeernippels aan de binnenkant van de
achterwielen af met een schone doek (Figuur 37).
2. Zet een vetspuit op elke smeernippel en pomp er
voorzichtig twee of drie slagen Nr. 2 smeervet op
lithiumbasis voor algemene doeleinden in.
Het maaimes vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren
Belangrijk: U hebt een momentsleutel nodig om
het mes op correcte wijze te monteren. Als u geen
momentsleutel hebt of niet goed weet hoe u de montage
moet uitvoeren, kunt u contact opnemen met een
erkende servicedealer.
Controleer het mes wanneer de benzinetank leeg is. Een
beschadigd of gescheurd mes moet direct worden vervangen.
Als de snijrand bot is of bramen vertoont, moet u het mes
laten slijpen of vervangen.
WAARSCHUWING
Het maaimes is scherp, contact met het maaimes
kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Gebruik handschoenen als u het mes monteert.
1. Maak de bougiekabel los van de bougie; zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz. 16).
2. Kantel de maaimachine op de zijkant, met de peilstok
omlaag.
3. Gebruik een blok hout om het mes stil te houden
(Figuur 38).
Figuur 37
4. Verwijder het mes en bewaar alle bevestigingselementen.
5. Monteer het nieuwe mes en alle bevestigingselementen.
Belangrijk: De gebogen uiteinden van het mes
moeten naar de machine wijzen.
6. Gebruik een momentsleutel om de mesbout vast te
draaien met een torsie van 82 Nm.
Belangrijk: Een bout die is vastgedraaid met een
torsie van 82 Nm zit erg vast. Zet het mes vast met
een stuk hout en plaats uw volle gewicht achter de
(dop)sleutel om de bout goed vast te draaien. Het
is erg moeilijk om deze bout te vast te draaien.
De onderkant van de maaikast
schoonmaken.
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
WAARSCHUWING
Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan
de onderkant van de maaimachine.
• Draag oogbescherming.
• Blijf in de bedrijfsstand (achter de handgreep).
• Houd omstanders uit de buurt.
Opmerking: Om de beste resultaten te verkrijgen, dient u
de machine te reinigen zodra u klaar bent met maaien.
1. Zet de machine in de laagste maaistand; zie De
maaihoogte instellen (bladz. 9).
18
Figuur 38