Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
Voorzorgsmaatregelen tijdens transport
f Voordat de projector wordt gebruikt, moet het stoffilter van het montagegedeelte van de projectielens worden
verwijderd en opgeborgen voor later gebruik. Wanneer de projector getransporteerd moet worden, verwijdert u
eerst de projectielens voordat u het stoffilter aanbrengt. Anders hoopt zich aan de binnenkant stof op die voor
storingen kan zorgen.
f Transporteer de projector met minstens twee personen. Als u de projector niet met minstens twee personen
transporteert, bestaat de kans op schade of vervorming van de projector, of persoonlijk letsel.
f Houd de projector tijdens het transport stevig vast aan de onderkant en vermijd overmatige trillingen en stoten.
Hierdoor kunnen onderdelen aan de binnenkant van de projector beschadigd of defect raken.
f Transporteer de projector niet als de verstelbare pootjes zijn uitgeschoven. Hierdoor kunnen de verstelbare
pootjes beschadigd raken.
Voorzorgsmaatregelen tijdens installatie
rZorg na het bevestigen van de projectielens dat de lensmontagekap gemonteerd
wordt.
Anders hoopt zich aan de binnenkant stof op die voor storingen kan zorgen.
rInstalleer de projector niet buiten.
De projector is alleen gemaakt voor toepassingen binnenshuis.
rInstalleer de projector niet op de volgende locaties:
f Locaties waar trillingen en stoten gangbaar zijn, zoals in een auto of voertuig: Hierdoor kunnen onderdelen aan
de binnenkant van de projector beschadigd of defect raken.
f Locaties in de buurt van de zee of waar bijtende gassen kunnen ontstaan: De projector kan omvallen als gevolg
van corrosie. Hierdoor kunnen ook de onderdelen minder lang meegaan en tot storingen leiden.
f In de buurt van de afvoer van een luchtconditioner: Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de kwaliteit
van de beeldweergave fluctueren als gevolg van de warme lucht uit de afvoer of de verwarmde of gekoelde
lucht. Zorg dat de afvoer van de projector of van andere apparatuur, of de lucht van de airconditioner niet
richting de voorkant van de projector blaast.
f Locaties met scherpe temperatuurschommelingen, zoals in de buurt van verlichting (studiolampen): Dit kan de
gebruiksduur van de lamp doen verkorten, of resulteren in vervorming van de projectorbehuizing vanwege de
hitte, wat tot storingen kan leiden.
De omgevingstemperatuur van de projector dient tussen 0 °C (32 °F) en 45 °C (113 °F) te zijn wanneer de
projector gebruikt wordt op hoogtes lager dan 1 400 m (4 593') boven zeeniveau, en tussen 0 °C (32 °F) en
40 °C (104 °F) wanneer de projector gebruikt wordt op grote hoogtes (tussen 1 400 m (4 593') en 2 700 m
(8 858') boven zeeniveau).
Als u het rookfilter gebruikt, dan moet de omgevingstemperatuur tussen de 0 °C (32 °F) en 35 °C (95 °F) zijn.
Het kan echter niet op grote hoogtes worden gebruikt.
Als u de Vervangende lampeenheid (voor portretmodus) gebruikt, dan dient de omgevingstemperatuur van de
projector tussen 0 °C (32 °F) en 40 °C (104 °F) te zijn wanneer de projector gebruikt wordt op hoogtes lager
dan 1 400 m (4 593') boven zeeniveau, en tussen 0 °C (32 °F) en 35 °C (95 °F) wanneer de projector gebruikt
wordt op grote hoogtes (tussen 1 400 m (4 593') en 2 700 m (8 858') boven zeeniveau). Als u de Vervangende
lampeenheid (voor portretmodus) samen met het rookfilter gebruikt, dan moet de omgevingstemperatuur tussen
de 0 °C (32 °F) en 30 °C (86 °F) zijn. (Alleen voor PT-DZ21K2, PT-DS20K2, PT-DW17K2)
f Vlakbij hoogspanningskabels of motoren: Deze kunnen de werking van de projector verstoren.
f Locaties waar ook krachtige laserapparatuur staat: Het richten van een laserstraal op het lensoppervlak
veroorzaakt schade aan de elektronische onderdelen van de DLP.
rVraag een gespecialiseerde elektricien of uw dealer voor installatie van uw projector
aan het plafond.
Voor montage aan het plafond is de optionele Beugel plafondmontage nodig.
Modelnr.: ET-PKD520H (voor hoge plafonds), ET-PKD520S (voor lage plafonds), ET-PKD520B (Beugel
projectormontage)
Voorzorgsmaatregelen vóór gebruik
NEDERLANDS - 13