Booster B-4
5. De modelspoorbaan verdelen
Deel uw modelspoorbaan in verschillende, elektrisch van elkaar
gescheiden stukken op, die telkens met een eigen booster worden
gevoed. In ieder boosterdeel kunnen maximaal drie tot vijf locs
gelijktijdig rijden. Een indeling zoals hieronder is gebruikelijk:
Station
Locdepot
Hoofdspoor (evt. in meerdere stukken)
Lokaalspoor (evt. in meerdere stukken)
Maak de overgangen tussen de boosterdelen zodanig dat ze zo min
mogelijk worden gepasseerd.
Verbreek de overgangen tussen de boosterdelen als volgt:
Bij 2 geleidersystemen: een railstaaf. Let erop, dat u bij alle
boosterdelen dezelfde railstaaf ("links" of "rechts") doorzaagt. In
grotere, onoverzichtelijke modelspoorwegen is het aan te raden
beide railstaven door te zagen.
Bij 3-geleidersystemen: de middengeleider.
Nederlands
Pagina 13