SOUND ACTIVE MODUS:
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"SoXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt een nummer tussen 01-16.
2. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de gewenste sound active modus te
selecteren.
3. Druk op de SET UP toets. "SJ-X" verschijnt in het display. Gebruik de UP en DOWN
toetsen om de geluidsgevoeligheid van de sound active modus aan te passen. "SJ-1"
is het minst gevoelig en "SJ-8" is het meest gevoelig. "SJ-0" schakelt de
geluidsgevoeligheid uit.
AUTO MODUS:
Er kan uit 3 modi gekozen worden; Color Fade modus of Color Change modus of een
combinatie van Color Fade en Color Change modus. De snelheid kan bij alle modi worden
ingesteld.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening druk op de MODE toets totdat
"AFXX", "AJXX" of "A-JF" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt het actuele
programmanummer (1-16).
•
AFXX – color fade modus, er zijn 16 color fade modi om uit te kiezen. Gebruik de UP
of DOWN toetsen de gewenste modus te selecteren.
•
AJXX – color change modus, er zijn 16 color change modi om uit te kiezen. Gebruik
de UP of DOWN toetsen om de gewenste modus te selecteren.
•
A-JF – combinatie van color change en color fade modus.
2. Druk na het selecteren van het gewenste programma op de SET UP toets totdat
"SP.XX" (snelheid programma) in het display verschijnt. Gebruik de UP en DOWN
toetsen om de snelheid aan te passen tussen "SP.01" (laagste snelheid) en "SP.16"
(hoogste snelheid). Druk na het instellen van de gewenste snelheid op de SET UP
toets om naar de gewenste automatische programma modus terug te keren.
VASTE KLEURINSTELLING (STATIC COLOR MODUS):
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"CLXX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt het actuele kleurennummer.
2. Er kan uit 64 kleuren gekozen worden. Selecteer de gewenste kleur met de UP of
DOWN toetsen. Na het selecteren van de gewenste kleur kan de FLASH (Strobe)
modus geactiveerd worden door op de SET UP toets te drukken.
3. "FSXX" verschijnt in het display. Dit is de FLASH modus. De Flash kan worden
ingesteld tussen "00" (geen strobe) en "15" (snelste strobe).
DMX MODUS:
Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bewerken. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders
persoonlijke wensen toegesneden programma's worden gecreëerd. Voor de bediening van
dit apparaat in DMX modus dient de controller op een WiFly Transceiver te zijn
aangesloten. Dit apparaat kan alleen draadloos worden bediend.
De Element QAIP heeft 5 DMX modi: 4-kanaal modus, 5-kanaal modus, 6-kanaal modus,
een 9-kanaal modus en een 10-kanaal DMX modus. Zie de tabel op pagina 11 t/m 16 voor
gedetailleerde beschrijving van de DMX kenmerken.
1. Met deze functie kan een universele DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bewerken.
2. Druk voor het gebruik van het apparaat in de DMX modus op de MODE toets totdat "
d..XXX" in het display verschijnt. " XXX" geeft het actuele DMX adres weer. Gebruik
de UP en DOWN toetsen om het DMX adres aan te passen.
3. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 4-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch04" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 4-kanaal modus.
American DJ -
– Element QAIP – Gebruikershandleiding pagina 19
www.adj.eu