4 De TV-
instellingen
wijzigen
Beeld en geluid
Assistent bij het instellen
U kunt beeld- en geluidsinstellingen
selecteren met behulp van de Assistent bij
het instellen, zodat u het effect van de
gekozen instelling meteen kunt zien.
1. Druk op
terwijl u TV kijkt.
2. Selecteer [Setup] > [Snelle beeld- en
geluidinstellingen] en druk vervolgens op
OK.
3. Selecteer [Doorgaan] en druk op OK.
4. Volg de aanwijzingen op het scherm om
de instellingen van uw voorkeur te kiezen.
Meer beeldinstellingen
U kunt de instellingen wijzigen in het
beeldmenu.
1. Druk opnieuw op
2. Selecteer [Setup] > [TV-instellingen] >
[Beeld] en druk vervolgens op OK.
3. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen
en druk op OK.
[Beeldstijl]: hiermee selecteert u een
voorgeprogrammeerde
afbeeldingsinstelling.
[Herstel stijl]: hiermee herstelt u de
eerder geselecteerde
afbeeldingsinstellingen.
[Contrast achtergrondverlichting]:
hiermee past u de helderheid van de
achtergrondverlichting aan.
[Kleur]: hiermee past u de
kleurverzadiging van het beeld aan.
[Scherpte]: hiermee past u de scherpte
van het beeld aan.
[Ruisreductie]: hiermee selecteert u de
mate van ruisonderdrukking van het
beeld.
NL
28
[MPEG artefactreductie]: hiermee
maakt u de overgang op het digitale
scherm vloeiender en het beeld
scherper.
[Digital Crystal Clear]: hiermee stemt
u elke pixel nauwkeurig af op de
omliggende pixels en produceert u een
schitterend HD-beeld.
- [Geavanceerde scherpte]:
hiermee krijgt u superieure scherpte,
vooral voor lijnen en contouren in het
beeld.
- [Dyn. contrast]: hiermee
worden de details in donkere, lichte en
tussenliggende gebieden van het beeld
dynamisch verbeterd.
- [Dynamische
Achtergrondverlichting]: hiermee selecteert
u de mate van achtergrondverlichting voor
een optimaal dynamisch stroomverbruik en
beeldcontrast.
- [Kleurverbetering]: hiermee
maakt u kleuren levendiger en
gedetailleerder.
[Geavanceerd]: hiermee hebt u
toegang tot instellingen voor gamma,
tinten en videocontrast.
- [Gamma]: hiermee past u de
niet-lineaire instelling voor
lichtintensiteit en contrast van het beeld
aan.
- [Tint]: hiermee wijzigt u de
kleurbalans.
- [Aangepaste tint]: hiermee past
u de instelling voor de kleurbalans aan.
Alleen beschikbaar als [Tint] > [Aangepast]
is geselecteerd.
- [Videocontrast]: hiermee past u
het videocontrast aan.
- [Helderheid]: hiermee past u de
helderheid van het scherm aan.
- [Kleurschakering]: hiermee
compenseert u kleurvariaties in NTSC-
uitzendingen.
[Spel of computer]: Wanneer u
materiaal van een aangesloten
gameconsole bekijkt, selecteert u
[Game] om de game-instellingen toe te
passen. Selecteer [Computer] als er
een computer is aangesloten via HDMI.