Divar | Installatiehandleiding | Menusysteem
selectie in of uit te schakelen. Een vinkje betekent dat de selectie is
ingeschakeld.
•
Ingeschakelde selecties fungeren als triggers. Als een alarm van een
vinkje is voorzien, fungeert de selectie als een alarm.
>>> UITVOERAFHANDELING
•
Selecteer het profiel waarvoor u de uitvoerafhandeling wilt
configureren.
•
Selecteer het nummer van de uitvoerrelais die moeten worden
geactiveerd als een ingeschakelde gebeurtenis in het geselecteerde
profiel wordt geactiveerd.
•
Schakel de optie voor het activeren van de alarmtoon in als een
ingeschakelde gebeurtenis in het geselecteerde profiel wordt
geactiveerd.
>>> Opname-instellingen
•
Het opnamegedrag van elk van de zes profielen wordt opgegeven
met behulp van drie submenu's. Het submenu Normaal wordt
gebruikt voor een normale situatie zonder alarmen of
bewegingsdetecties. Het submenu Ingang wordt gebruikt om de
ingang te wijzigen. Het submenu Beweging wordt gebruikt voor
bewegingsdetecties.
•
De lijst biedt een overzicht van ingangen en bewegingen die in elk
van de profielen worden gebruikt. Een vinkje betekent dat de
gegevens worden gebruikt.
Instellingen voor normale opname
•
Selecteer het profiel. De optie Niet-toegewezen beelden per
seconde geeft de resterende capaciteit weer.
•
Voor NTSC kunnen in totaal 60 beelden per seconde worden
opgenomen; voor PAL zijn dit 50 beelden per seconde. Per camera
Bosch Security Systems
wordt altijd minimaal 1 beeld per seconde toegewezen voor de
opname van vooralarmen en weergave van het netwerk.
•
Stel de opnamesnelheid en het kwaliteitsniveau in voor elke
camera. De kwaliteit kan standaard, gemiddeld of hoog zijn.
•
Waarden voor PAL variëren van NOOIT, 0, 1/10 (één beeld elke
10 seconden) t/m 25 beelden per seconde.
•
Waarden voor NTSC variëren van NOOIT, 0, 1/10 (één beeld elke
10 seconden) t/m 30 beelden per seconde.
•
Stel de opnamesnelheid in op NOOIT om geen enkele camera op
te nemen. Voorafgaand aan het alarm worden geen opnames
gemaakt en de camera kan niet via het netwerk worden bekeken.
Opname-instellingen voor ingang
•
Elke ingang kan, indien ingeschakeld, het normale opnamegedrag
van maximaal vier camera's gedurende maximaal 120 seconden
wijzigen. Als de waarde is ingesteld op Volgt, dan is de wijziging
van toepassing zolang de ingang actief is.
•
Selecteer het profiel. Selecteer het ingangnummer.
•
Selecteer de camera's waarvan u het opnamegedrag wilt wijzigen.
Stel de opnamesnelheid en het kwaliteitsniveau in voor elke
camera. Stel de cameranaam in op Geen als u minder dan vier
camera's wilt gebruiken.
•
Om IPS-bandbreedte vrij te maken, wordt de opnamesnelheid van
camera's zonder alarm beperkt tot het aantal weergegeven IPS.
Opname-instellingen voor beweging
•
Elke bewegingsingang kan, indien ingeschakeld, het normale
opnamegedrag van maximaal vier camera's gedurende maximaal
120 seconden wijzigen.
•
Selecteer het profiel. Selecteer het cameranummer voor de
beweging.
•
Selecteer de camera's waarvan u het opnamegedrag wilt wijzigen.
Stel de opnamesnelheid en het kwaliteitsniveau in voor elke
camera. Stel de cameranaam in op Geen als u minder dan vier
camera's wilt gebruiken.
•
Om IPS-bandbreedte vrij te maken, wordt de opnamesnelheid van
camera's zonder alarm beperkt tot het aantal weergegeven IPS.
NL | 5-16